Bijgewerkt: 1 december 2024

De Jakoba Mulder tulp onthuld in Amsterdamse Bos

Nieuws -> Amsterdamse Bos

Bron: Amsterdamse Bos/Wikipedia/Amstelveenweb
11-04-2019

Ter gelegenheid van het 85-jarig bestaan van het Amsterdamse Bos doopte wethouder Laurens Ivens tijdens het Tulp Festival op donderdag 11 april 2019 een bijzondere tweekleurige tulp die door bloembollenkwekerij Weijers in Burgerbrug (NH) is geteeld. De tulp werd opgedragen aan mevrouw Jakoba Mulder, architecte, stedenbouwkundige en ontwerpster van het Amsterdamse Bos. Het Tulp Festival speelt zich af op meer dan 85 locaties in openbare ruimten van Amsterdam, in tuinen van musea en hotels en bij markante gebouwen in de Stadsdelen Centrum, Noord, Oost, West, Nieuw-West, Zuid en Zuidoost. De openbare ruimte is uiteraard vrij toegankelijk, maar voor sommige tuinen van musea gelden de normale toegangstarieven.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

De plaats van de doopceremonie is voor de Boswinkel in het Amsterdamse Bos


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Mariska Bongaards hoofd van het Amsterdamse Bos in gesprek met Floor Gordon (D66) wethouder Milieu
van de gemeente Amstelveen


Op donderdagmiddag 11 april 2019 ontving Mariska Bongaards hoofd van het Amsterdamse Bos de genodigden en eenieder kon een kopje koffie, thee en/of een gebakje nemen, verzorgd door Jan Kerzaan, party- en cateringservice. Mariska vertelde in het kort wat over het Amsterdamse Bos, onder andere dat het dit jaar 85 jaar geleden is dat het werd aangelegd. Daarna hield Saskia Albrecht tuinarchitecte en initiatiefneemster van het Tulpfestival een verhaal over de geschiedenis van de tulp in het algemeen. De tulpen werden door Laurens Ivens (SP) wethouder Groen van de gemeente Amsterdam, samen met Saskia gedoopt met een fles Freixenet, alcoholvrije champagne.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Mariska Bongaards hoofd van het Amsterdamse Bos verwelkomt alle aanwezigen in het bos


Tulpen
Tulpen (Tulipa) vormen een geslacht van voorjaarsbloeiende overblijvende kruidachtige geofyten (met bollen als opslagorganen). De bloemen zijn veelal vrij groot, opvallend en felgekleurd, meestal rood, roze, geel of wit (meestal in warme kleuren). Soms hebben ze een andere kleur of vlek aan de basis van de bloemblaadjes (bloemblaadjes en kelkblaadjes, gezamenlijk), van binnenuit. Door een zekere mate van variatie binnen de populaties en een lange kweekgeschiedenis, is de indeling complex en controversieel geweest. De tulp is een lid van de Liliaceae (lelie) familie, samen met 14 andere geslachten, waar hij het meest verwant is aan Amana, Erythronium en Gagea in de stam Lilieae.

De teelt van de tulp begon in Perzië, waarschijnlijk in de 10de eeuw. Vroege cultivars moeten zijn voortgekomen uit hybridisatie in tuinen van in het wild verzamelde planten, die toen de voorkeur kregen, mogelijk vanwege de grootte van de bloemen of de groeikracht. De tulp wordt door geen enkele schrijver uit de oudheid genoemd, daarom lijkt het waarschijnlijk dat tulpen alleen met de opmars van de Seltsjoeken in Anatolië werden geïntroduceerd. Ze kwamen pas in de 16de eeuw onder de aandacht van het Westen, toen westerse diplomaten aan het Ottomaanse hof ze observeerden en er verslag van uitbrachten, want daar werden talrijke soorten tulpen gekweekt. Daarna werden in Europa geïntroduceerd en een waren een waanzinnige handelswaar tijdens de Tulpenmanie. Tulpen werden vaak afgebeeld op Nederlandse Gouden Eeuwse schilderijen en zijn sindsdien verbonden geraakt met Nederland, de belangrijkste producent voor de wereldmarkt. In het 17de-eeuwse Nederland, ten tijde van de tulpenmanie, zorgde een infectie van tulpenbollen door het tulpenvirus voor een gevarieerd patroon in de tulpenbloemen, die zeer bewonderd en gewaardeerd werden. Dit fenomeen werd 'gebroken' genoemd.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Tuinarchitecte Saskia Albrecht aan het woord


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Het publiek luistert naar de toespraken en geniet
van de zon en de kleurrijke tulpen


Het Amsterdamse Bos
De oorspronkelijk naam van het bos was 'Boschplan'. Het is een kunstmatig aangelegd bos ten zuidwesten van Amsterdam dat ligt tussen de Ringvaart (bij Schiphol) en Amstelveen. Het Amsterdamse Bos ligt vrijwel geheel in de gemeente Amstelveen, de grens loopt langs en ten noorden van de Bosbaan. Het deel ten zuiden van de autosnelweg A9 lag tot 2002 in de gemeente Aalsmeer, maar de gemeentegrens tussen Amstelveen en Aalsmeer ligt sindsdien bij de Bosrandweg. De gemeente Amsterdam is eigenaar en beheerder van het bos.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Laurens Ivens (SP) wethouder Groen van de gemeente Amsterdam vertelt over de achtergronden en ontstaan
van het Amsterdamse Bos en ook over het fenomeen tulp


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Wethouder Laurens Ivens en Saskia Albrecht gieten het doopwater over de tulpen


Jac. P. Thijsse
De inspirator voor het Amsterdamse Bos was Jac. P. Thijsse. Al in 1900 maakte hij zich zorgen om het groen rond de stad. In zijn werk gaf hij aan dat het gebied bezuiden de Nieuwe Meer zeer geschikt was voor het aanleggen van een bos. In 1927 kregen de ideeën om het Amsterdamse Bos aan te leggen gestalte. Het zag het levenslicht als het 'Boschplan', ontworpen met het doel uitbreiding van de recreatiefaciliteiten van de hoofdstad Amsterdam. De architecten van het plan waren de stedenbouwkundigen Cornelis van Eesteren en Jakoba Mulder. Ook de biologen Jac. P. Thijsse en A.J. van Laren hadden een groot aandeel in het ontwerp van het bos. In 1928 besloot de gemeenteraad van Amsterdam tot aanleg.

Het bos is aangelegd in de uitgeveende Buitendijkse Buitenvelderse polder en de Rietwijkeroorder polder. Het later aangelegde deel ten zuiden van de weg Schiphol – Amstelveen ligt in de Kleine Noordpolder en de Schinkelpolder. Vroeger lag hier een veenweidegebied, dat is uitgeveend voor de turfwinning en weer leeggepompt tot een laaggelegen droogmakerij. Het waterpeil in het bos ligt dan ook op -5,50 m NAP. Aan de westkant langs de Ringvaart staat een gemaal. In de oeverlanden van de Nieuwe Meer en de Amstelveense Poel ligt nog niet-afgegraven veen. Het 'Boschplan' maakte ook onderdeel uit van het in 1935 vastgestelde Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam waarbinnen het de grootste van de groene scheggen vormde, die sindsdien kenmerkend zijn voor de stedebouwkundige opzet van Amsterdam.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Wethouder Laurens Ivens, wethouder Floor Gordon en Mariska Bongaards poseren voor de tulpen


Toen men in 1934 zover was om te beginnen met de aanleg waren de crisisjaren in Nederland aangebroken. Veel mensen waren werkloos en werden gedwongen om te werken om een uitkering te krijgen. De aanleg van het Amsterdamse Bos bood 'werk' aan veel mensen dus werd het aangewezen als 'werkverschaffingsproject'. De Nederlandse Heidemaatschappij zorgde voor de uitvoering van het plan. Ook gewone gevangenen verrichtten er dwangarbeid. Niet alleen arbeiders maar ook kantoorpersoneel werd aan het werk gezet, ongeveer 1.000 man per dag. In totaal hebben tussen 1934 en 1940 zo'n 20.000 mensen meegewerkt aan de aanleg van het bos.

Jakoba (Ko) Mulder
Jakoba werd geboren in Breda maar groeide op in Semarang (Nederlands-Indië), waar haar vader officier was bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Ze had vaak last van malaria en toen zij 13 jaar oud was, werd ze met haar jongere zusje naar Nederland gebracht. Haar ouders bleven in Indië achter en gingen enkele jaren later uit elkaar. Ko verbleef aanvankelijk bij ooms en tantes in Laren (Gelderland) en ging al tijdens haar middelbare schooltijd op zichzelf wonen bij particulieren in Assen. Ze voltooide daar de hbs-b en besloot op haar 18de in Delft aan de Technische Hogeschool bouwkunde te gaan studeren.

Foto Amstelveen
(Bron Wikipedia - 2019)

De jury voor de prijsvraag van het stadhuis van Amsterdam 1968. Vlnr.: architect prof. H. Schader, architect Huig Maaskant, stadsbouwmeester Chris Nielsen, J. Pedersen (stadsbouwmeester Kopenhagen), architect Frans van Gool en
stedenbouwkundige mej. Jacoba (Ko) Mulder op13 januari 1968


In 1930 werd Mulder na sollicitatie aangenomen als stedenbouwkundig ingenieur bij de speciale afdeling Stadsuitbreiding en Stadsontwikkeling van de Amsterdamse Dienst Publieke Werken omdat ze als een van de weinige kandidaten ervaring had met stedenbouw. Als adjunct-architecte kwam ze te werken bij onder anderen Theodoor K. van Lohuizen en Cornelis van Eesteren, geestelijk vader van ‘de functionele stad’. Het drietal ging nauw samenwerken: Van Eesteren en architect-planoloog Van Lohuizen verzorgden de stadsuitbreidingen voor het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) in grote lijnen, Mulder was verantwoordelijk voor de uitwerking van de ontwerpen.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

De tulpen met de naam Jakoba Mulder zijn inderdaad prachtig in de zon


Boschplan
Onderdeel van het Algemeen Uitbreidingsplan was de aanleg van een stadspark dat bijna 900 hectare openluchtrecreatie moest bieden voor Amsterdammers. Mulder werd aangewezen als hoofdontwerper, hoewel zij naar eigen zeggen nog geen beuk van een eik kon onderscheiden. Na een aantal studiereizen ontwikkelde zij een concept van een ruime ‘Engels aandoende’ parkaanleg met slingerende waters en glooiingen, uitwaaierend naar de randen om daar over te gaan in de meer functionalistische stijl met voorzieningen voor sport en spel. Mulder wist de opgave tot een geheel te smeden volgens een formule van 1/3 bos, 1/3 open ruimte en 1/3 water. De driedeling zou zij eind jaren 1960 opnieuw toepassen bij haar ontwerp van recreatiegebied Spaarnwoude. Deze verhouding en de ruime opzet waarin stiltegebieden en activiteiten elkaar afwisselden zou een tijdlang overal in het land richtsnoer blijven bij de inrichting van grote parken en werd zelfs eind jaren 1960 opgenomen in de richtlijnen van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk.



Van 1935 tot aan de voltooiing in 1970 bleef Jakoba Mulder intensief betrokken bij het Amsterdamse Bos, als supervisor van een team van uiteenlopende deskundigen op het gebied van bodemkunde, waterhuishouding, flora en fauna, maar ook van sport, natuureducatie en volksgezondheid. Tegelijk met het Boschplan ontwierp Mulder het latere Beatrixpark (1938).



Amstelveenweb.com is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwsberichten.