Lariks - 2006

Deze boom is in ons land veel aangeplant om hout te produceren voor de eigen behoefte. Jonge bomen worden opgekweekt uit zaad.

De lariks behoort tot de familie van de denachtigen (Abietaceae). Vooral in het voorjaar lopen de winterkale bomen weer prachtig uit met nieuwe naalden, die in dikke bundels staan. Een leuk geheugensteuntje waarbij de eerste letter een rol speelt: spar - solo - altijd 1 naald in het takje, den - duo - altijd met twee naalden in een schacht in de tak, lariks - legio - vele naalden in een bundeltje aan een takje.

Zo'n bundel omvat dertig tot veertig naalden. Vooral het frisse groen van de naalden valt op. In het najaar is de geeloranje kleuring van de naalden een tractatie voor elke bezoeker van het bos. Op de foto is de mannelijke lariks met zijn zaden te zien.

Het geslacht lariks onderscheidt zich van het geslacht Cedrus (ceder), doordat het loofverliezende bomen zijn waarvan de kegels al na een jaar rijp zijn. De ca. 10 soorten komen voor op het noordelijk halfrond, in Nederland is echter geen ervan inheems.