Bovenkerkerkade
De Witte Stad - 1930

De Witte Stad
In 1924 werd de ‘NV. Algemeene Bouw- en Exploitatie-maatschappij De Witte Stad’ opgericht met het doel in de Bovenkerkerpolder een tuindorp te stichten. Een tuindorp was een aantrekkelijke woonomgeving, temidden van veel groen. Op deze manier hoopte de gemeente meer welvarende inwoners naar Amstelveen te trekken. De eerste woningen in de Bovenkerkerpolder werden even ten zuiden van de Ouderkerkerlaan gebouwd. Naar de bouwmaatschappij werd de wijk lange tijd ‘De Witte Stad’ genoemd. In 1926 kwamen de huizen aan de Bovenkerkerkade, de Fokkerlaan, de De Vreelaan, de Klunderlaan en de Van Weerden Poelmanlaan gereed. Deze huizen waren gebouwd door de NV Amstelklei, een andere bouwmaatschappij die eveneens bouwde in De Witte Stad.

In de jaren dertig kwamen er nog een aantal straten bij: de Soerlaan, (1935), de Farmanlaan (1937),  de Icaruslaan (1937) en de Grasélaan (1937). De Rooms-Katholieke Woningstichting St Joseph legde in november 1937 de eerste steen voor de bouw van 50 woningen op een terrein aan de Fokkerlaan en de Van der Hooplaan (de Pastoor Meijnemalaan en het eerste deel van de Van der Hooplaan, bij het Keizer Karelplein). Het doel was grote (katholieke!) gezinnen een goede woning te geven voor weinig geld. Aan de Fokkerlaan verscheen in dezelfde tijd de eerste winkelstrip in de wijk. De wijk werd in deze periode omgegeven door de weilanden van de Bovenkerkerpolder. De Pastoor Meijenemalaan vormde toen de oostgrens van de wijk. De bewoners keken recht op de Amstel, waar zij de zeilen van de schepen die hier voeren vanuit hun huis konden zien.