Bijgewerkt: 1 december 2024

Riek Blokland weer even in het Nieuws - 2014

Foto's -> Wereldoorlog II -> Van Toen naar Heden

Riek Blokland weer even in het Nieuws
(Foto Amstelveenweb.com - 2014)

Mevrouw Riek Blokland-Pater (1894-1945). Zij is overleden op 25 februari 1945 in het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück. Het concentratiekamp Ravensbrück (ook KZ, of KL- Ravensbrück) was vanaf 1938/1939 tot april 1945, een Duits concentratiekamp in de voormalige wijk Brandenburg Templin

Het hele land is bezig met voorbereidingen voor de 69ste Dodenherdenking en de redactie van Amstelveenweb kreeg deze toepasselijke e-mail van een nieuwe bewoner van de straat Riek Blokland-Paterlaan:
'Onlangs ben ik op de Riek Blokland-Paterlaan in Amstelveen komen te wonen. Op de straatnaambordjes staat als onderschrift Riek Blokland-Pater (1894- 1945) verzetsstrijdster. Rond deze tijd wilde ik wat meer van haar te weten komen. Tot mijn verbazing lees ik op de gemeente site steeds als toevoeging – stedenbouwkundige –. Alleen in de Verklarende Stratengids Amstelveen – die ik trouwens weer niet op de site van Amstelveen vond - kom ik wel de vermelding van verzetsstrijder tegen.

De redactie van Amstelveenweb dook haar bibliotheekje in en nam weer eens het boek van Tini Visser ter hand. Tini Visser, een toenmalige gemeenteambtenaar schreef in opdracht van burgemeester Dirk Rijnders een in 1989 uitgegeven boek 'Jaren van verduistering' over de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog in Nieuwer-Amstel, zoals Amstelveen toentertijd nog heette. In het boek schreef ze een stukje over mevrouw Riek Blokland-Pater en haar tragische verhaal, kunt u hier lezen:
'In huize Blokland aan de Heemraadschapslaan leefde een bont gezelschap onderduikers. Simon en Eva Korper waren de eersten geweest. In de negen maanden van hun verblijf was er een keer huiszoeking geweest. De SD (Sicherheitsdienst *) stond toen op de stoep, terwijl alleen maar het echtpaar Korper in huis was. Eva deed open. Ze sprak goed Duits en leidde de SD'ers door het hele huis rond, alsof ze de vrouw des huizes was. Ze tuinden erin. Simon was inmiddels door de achterdeur verdwenen.

Blokland bouwde twee schuilplaatsen in het huis. Eén zat tussen de voor- en achterkamer, boven de schuifdeuren, en de andere op de overloop, met een onzichtbare deur die alleen maar van binnenuit open kon. Overdag liepen de onderduikers in huis rond en 's nachts sliepen ze gewoon in kamers. Maar oom Arie had bij alle bedden zoemertjes gemaakt; als er onrust was, drukte hij op een knop en dan moest iedereen razendsnel naar zijn schuilplaats. In 1943 woonden er onder meer een oude heer oen en een Griekse consul uit Duitsland van Joodse komaf in huis. De consul was een heer van stand en verwachtte zelfs op zijn duikadres ontbijt op bed. Mevrouw Blokland, een zachtaardige vrouw, bracht hem dat ook nog! Op een nacht leek er onraad te zijn. Blokland drukte op de bel en alle onderduikers slopen naar hun plek. Alleen de consul bleef onnozel in de gang staan en vroeg luid: 'Wass ist los?' Toen werd oom Arie echt woedend. Dit had het eind kunnen betekenen van de hele familie! En wat koesterde de Griek in een koffer onder zijn bed? — zijn uniform van consul. Alle eigenschappen reizen met iemand mee, tot in zijn ellende ...

Soms kwam er een tip, dat er Duitsers op bezoek zouden komen. Dan moesten alle onderduikers even weg. 'Heerlijk! Konden we even ademhalen!' Maar altijd kwamen er weer nieuwe mensen. Arie en zijn vrouw Riek zeiden wel eens: 'We doen het niet meer'. Eén keer was Arie niet thuis en Riek zou bezoek krijgen van iemand die toch weer om onderdak kwam vragen. Arie kwam thuis en vroeg: 'En?' 'Ik heb haar gezegd, dat het goed was,' zei Riek.

De arrestatie van Hendrika Blokland-Pater
Ze geloofde misschien niet in God, maar wel in de liefde, en in zeker op zicht was ze weerloos, omdat ze nooit aan zichzelf dacht. Op 4 februari 1944 was ze alleen thuis met de twee onderduikers, Ben Goudsmit en de oude heer Groen. Op het raadhuis ging de telefoon: het was de SD uit d Euterpestraat die vroeg naar het precieze adres van Arie Blokland. Op zo'n moment kwam er bij de gemeente een soort tam-tam in actie. De telefoniste draaide een paar nummers op de binnenlijnen en in een ogenblik waren De Graaf en Hendrikse op de hoogte. De Graaf vloog naar de Heemraadschapslaan. Riek Blokland deed open en de onderduikers hoor den gejaagde stemmen: 'Er komt een inval...' Riek deed snel de deur weer dicht en riep: 'Snel naar je schuilplaatsen!' Goudsmit wilde liever vluchten, maar wonderlijk genoeg was Riek daar tegen. Was dat een afspraak? - vluchten kon gevaarlijk zijn, vooral wanneer de SD al in de buurt was. 'Toch had je dan als onderduiker weer dat gevoel van onmondigheid, dat vleugellamme . .. Groen kroop toen in zijn hol tussen de verdiepingen, en ik achter de kleerkast op de overloop.'

Terwijl De Graaf nog op de stoep stond, kwam de SD de straat al in. De Graaf stapte snel de tuin van de buren in om zijn leven te redden. Waarom vluchtte Riek Blokland niet? Misschien gewoon uit trouw, uit argeloosheid; ze deed geen kwaad: wie zou het haar dan willen doen? Maar aan alles merkten de Duitsers, dat er onderduikers in huis moesten zijn: aan de slaapplaatsen, kleine voorwerpen. Alleen papieren vonden ze niet - Blokland hield die steevast verborgen onder een hoop rommel achter de schuur. Goudsmit luisterde naar het drukke geloop in het huis, hij hoorde, hoe de kleren in de kast vóór hem opzij werden geschoven. Maar de schuilplaatsen waren tè goed weggewerkt! Intussen vroeg Hendrikse aan zijn hoofdboekhouder Bergkamp, of hij vanuit de verte wilde toezien, wat er gebeurde. Bergkamp zag, dat de SD en agent Pellenkoft Riek Blokland meenamen. Arie Blokland kwam op kantoor en hoorde het slechte nieuws. Hendrikse nam hem mee naar zijn eigen huis in de Van IJsselsteinlaan. Om één uur viel in huize Blokland de stilte. Goudsmit dacht: of ze zijn weg, óf er zijn er een paar achtergebleven die doodstil wachten tot de muis tevoorschijn komt. Er volgden uren van luisteren en roerloos blijven, de oude baas Groen opgevouwen in zijn kleine hol. De spanning was veel groter dan tijdens het zoeken.

In huize Hendrikse bracht een aantal mensen vertwijfelde uren door. Ze durfden het huis aan de Heemraadschapslaan niet te naderen omdat ook zij niet wisten of er SD'ers waren achtergebleven. Op die manier waren er al heel wat mensen gepakt. Om zes uur kroop Goudsmit zijn schuilplaats uit. Luisterde aan de trap, sloop naar Groen. Ze keken rond. Er was niemand. Het was bijna donker. Ze gingen de straat op; toen, omzichtig, naar Hendrikse. Daar zaten Blokland en Goudsmits vrouw Esther. 'Die vreugde, haast een feest! Iedereen omhelsde ons.' Agent Pellenkoft moest Riek naar de Euterpestraat brengen. Op het station Amstelveen haalde hij kaartjes en liet haar alleen buiten wachten, waarschijnlijk met de bedoeling dat ze zou vluchten. Maar voor zoiets was ze innerlijk niet toegerust; ze liet zich rustig meenemen. Ze twijfelde er waarschijnlijk niet aan, niemand trouwens, of ze zou wel weer snel worden vrijgelaten. Blokland wilde zich melden om haar plaats in te nemen, maar iedereen zei: 'Arie, niet doen, je vrouw laten ze wel gaan, maar jou niet.'

In de Euterpestraat werd Riek tot twintig maal toe verhoord, maar ze liet niets los. Met andere vrouwen werd zij in een kelder geduwd, waar ze 24 uur lang zonder eten en drinken moest blijven zitten. Daarna werd ze opnieuw verhoord. En weer zweeg ze. En tóén kwam ze in een cel terecht met een zogenaamde medegevangene, maar het was een verraadster die haar probeerde over te halen te bekennen, maar ze zei: 'Ik beken nooit!' Daarmee bezegelde ze haar lot, want uit die woorden bleek, dat ze iets te bekennen had! Ze werd overgebracht naar Vught. Arie dook onder. Het werd een tijd van wachten en hopen. De invasie kwam, de oorlog was bijna afgelopen, ze zou het wel redden. Maar Riek Blokland werd ziek en verzwakt en wel moest ze op transport naar Ravensbrück. Pas na de oorlog zou men horen, dat de overval het gevolg was geweest van verraad in Madrid. Een buurman uit de Heemraadschapslaan, reserve-officier van het Nederlandse leger, was via Blokland en Jo Vis op een vluchtroute naar Engeland gezet. Die route liep via de Pyreneeën en Madrid en kwam uit in Londen, waar de Amstelvener zich zou moeten legitimeren bij het vroegere gemeenteraadslid van Nieuwer-Amstel Jaap Oldenbroek. Op de Nederlandse ambassade in Madrid werd hij aan een verhoor onderworpen, en daar zat een verrader, die hem vroeg naar zijn contactman in Nederland. Dat was Blokland, Amstelveen, zei de officier nietsvermoedend. De SD hoefde op die 4e februari alleen nog maar het juiste huisnummer te vragen op het raadhuis.'

Sicherheitsdienst *
De Veiligheidsdienst van de Reichsführer-SS (afkorting SD) was een onderdeel van de nazi machtsstructuur in de tijd van het nationaal-socialisme in het Duitse Rijk en tijdens de oorlog in bezet Europa. Het werd opgericht in 1931 als de intelligentie van de NSDAP en de bijbehorende SS en was vanaf 1939 het Reichssicherheitshauptamt (RSHA). De dienst was verantwoordelijk voor tal van misdaden en werd specifiek gebruikt om politieke tegenstanders te bestrijden en de bevolking intimideren . Via haar internationale divisie, behandelde de dienst ook spionage en geheime operaties.

Klik hier voor andere foto's in de categorie Wereldoorlog II