Presentatie Project:
Nooit meer Teruggekomen - 2018
Foto's -> Wereldoorlog II -> Van Toen naar Heden(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
De genodigden in de Winekitchen at Sea
De genodigden in de Winekitchen at Sea
De redactie van Amstelveenweb.com was uitgenodigd om op maandag 1 oktober 2018 in The Winekitchen at Sea een presentatie bij te wonen van het project ‘Nooit meer Teruggekomen’ inclusief de lancering van de website met dezelfde titel. Het was een gure dag en langzaam maar zeker kwamen de genodigden binnen, waaronder Annemiek van der Hell (Windmill Film), Mart Benders (Open Huizen), Frank Kuyper (Amstelveen Oranje), Anneke Bulk (Vereniging Historisch Amstelveen), Bart Wallet (hoogleraar VU en UvA), en André Gerritsen (Amstelveenz). Ook vele andere genodigden die al eens een bijeenkomst hadden meegemaakt onder de titel Historisch Besef van Amstelveen. Bestuursleden van Amstelveen Oranje, Hugo van der Kooij en David Serphos (ook oud-directeur van de Joodse Gemeente Amsterdam) zouden de presentatie geven.
Na een drie kwartier van kennismaken, drankje drinken en wat bijpraten nam Hugo van der Kooij, medebestuurslid van Amstelveen Oranje het woord:
‘Beste mensen, namens Amstelveen Oranje, heel fijn, plezierig en goed dat u hier vandaag bent. Vandaag is voor ons een belangrijk moment, want wij gaan één van de pijlers van het project ‘Nooit Meer Teruggekomen’ presenteren.’ Hugo vertelde in het kort wat over de ontstaansgeschiedenis, de urgentie en de stand van zaken van het project. Daarna zou hij het woord geven aan David Serphos, de man die diep in de inhoud van het project zit.
‘Het is alweer een paar jaar geleden dat het bestuur van Amstelveen Oranje in gesprek was met Mirjam van ’t Veld onze voormalige burgemeester, waarbij Mirjam onder meer zei dat de organisatie van de herdenkingen toch wel heel ingetogen en goed verzorgd zijn – evenals de andere herdenkingen in Amstelveen - daar moet je toch wel trots op zijn. Maar zo zei Mirjam ook dat er eigenlijk geen aandacht is voor wat er met de Joodse Amstelveners is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog. En dat in tegenstelling tot veel plaatsen in Nederland, waar daar wel nadrukkelijk aandacht voor is. En vervolgens praten we dan verder met Mirjam en wordt geopperd, zou het niet goed zijn om een project te maken, waar we in die leemte voorzien. En zo zijn we van start gegaan.’
‘Ik hoef u eigenlijk niet te vertellen waarom. Het is alleen al uit respect voor wat er gebeurd is met deze mensen in de oorlog. Dat we erbij stil blijven staan en de getuigenissen naar boven halen en dat niet alleen want we leven - en dat weten we allemaal - in een rare wereld. Vandaag de dag om ons heen, je kan geen krant zien, geen televisie kijken of we lezen over discriminatie, we zien discriminatie. We zien uitsluiting, we zien separatie, we zien hoe mensen volledig worden afgemoord en ook vandaag de dag nog worden grote groepen mensen vermoord.’
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Hugo van der Kooij heeft heel veel te vertellen
‘Dicht bij huis: recentelijk zag ik verleden week nog een documentaire of op het nieuws, over Saksen, in Duitsland, onze buren. Hoe daar neonazi’s langzaam in de raad infiltreren en steeds machtiger worden. En dan kijk je naar de websites van die gasten en wat zie je dan? Dan zie je dat ze op hun websites te koop aanbieden, allemaal runenachtige insignes, brochures over de nazi’s, posters van bekende mensen met snorretjes. Eigenlijk verschrikkelijk als je ziet hoe dat op komt. Ver weg? Nee van de week in Berlijn, weer mensen in elkaar geslagen, weer een verhaal, antisemitisme in Parijs, in Amsterdam incidenten.'
'Dan zult u zeggen, maar we zijn hier in Amstelveen, ik wil echter iets met u doornemen uit Amstelveen, want er staan hier mensen die al heel lang in Amstelveen wonen, laten we even de geschiedenis ophalen. De Klipper, een klein straatje in Waardhuizen-Middenhoven, alweer bijna 20 jaar geleden. Daar woonde een Joods gezin - weggepest door de buurt. Wat gebeurde er – op hun auto een Jodenster, hakenkruisen. Toen werd het afgedaan met het verhaal – ach het zijn jongeren – die mijnheer is een keer naar buiten gegaan en heeft die jongeren de les gelezen met de opmerking – zouden jullie het eens wat rustiger aan kunnen doen? De gevolgen waren verschrikkelijk, hij moest verhuizen met z’n gezin!’
Hugo vervolgde met ‘Ouwe Amstelveners, ouwe rakkers, kennen jullie Thunder nog? De motorclub, die stond op de wat nu de hoek Beneluxbaan-Sportlaan is, naast de Internationale School. Dat was onze motorclub, een mooi chalet en daarboven hadden ze een mooi gewei, heel imponerend. En dan stonden die jongens daar met hun chrome motoren en stevige jackies. In die tijd had ik als werk in Amstelveen om me bezig te houden met Jeugd en opgroeiende volwassenen en ze noemden mij wel de 007 van de stad. Ik moest in kaart brengen hoe het zat met de hash en de wiet en de cocaïne en dat soort dingen. Dus ik kwam in al die cafeetjes en zo kwam ik ook bij Thunder en het was bijzonder, want de sfeer was daar helemaal niet van jongens met stevige jackies en een embleem erop. Nee het was een heel ander soort type mensen.'
'Daar, in het weekend, werden bijeenkomsten gehouden van de Volks-Unie met Joop Glimmerveen, op het moment dat hij bijna verboden werd. Hij hield bij Thunder elke zondag praatjes over hoe rechts-extremisten in Amstelveen hun Walhalla zouden moeten maken. Het waren verhalen die je niet wilt aanhoren en op tafel lagen brochures met runentekens en er hingen vlaggen van nazi-Duitsland. Hier in ons Amstelveen. Wat we toen gedaan hebben, samen met de gemeente en met de politie, de hele motorclub ontmanteld en gesloopt, de motorclub eruit gezet en dat soort dingen. Ik zal u vertellen, ik ben het nooit vergeten, want ik ben daardoor ook wel een beetje slachtoffer geworden, waardoor ik nu geïnspireerd ben om dit te doen. Ik ben jarenlang in deze stad gestalkt door rechts-extremisten. En tot op de dag vandaag heb ik er af en toe nog steeds last van. Ik heb een soort onderhoudsbeurt van die gasten: komen ze even langs, komen ze weer even rellen zal ik maar zeggen. Nazisme, het is er nog steeds.’
‘Wat leren we daar met z’n allen van. We moeten waakzaam zijn als we naar het parool kijken van onze geschiedenis, wat we daarvan moeten leren. Waakzaam, stop met waakzaamheid, dat is veel te mager. Vandaag de dag moeten we in actie komen, moeten veel coöperatiever zijn, we moeten in gesprek blijven over dit soort dingen. We moeten deze verhalen doorgeven, die geschiedenis aan onze jongere generatie.’
‘Terug naar het project. Nooit meer teruggekomen heeft als doelstelling: Wij willen de getuigenissen, de verhalen uit die oorlog visueel maken, naar boven halen, de feiten weten en dat een goeie plek geven. Dat doen we door middel van bron onderzoek, we doen het door middel van wetenschappelijk onderzoek, waar de raad ons toe in staat heeft gesteld dankzij extra middelen. Bart Wallet, hoogleraar aan de VU en UVA, een autoriteit op het gebied van de geschiedenis van de Joden in Nederland (ook aanwezig) is bezig met dat wetenschappelijk onderzoek. Heel belangrijk voor ons is: hoe kunnen we die beelden nou visueel maken, dus vandaag de website om die plaatsjes bij ons doordringend naar binnen te krijgen. Maar dat is niet genoeg. We zijn bezig het onderwijs erbij te betrekken. We moeten er goed over nadenken hoe we onze jonge generatie kunnen engageren en inspireren om deze geschiedenis mee te nemen en daar de lessen uit te leren. Ook belangrijk is, waar we nu al stappen mee maken, kenbaar maken in Amstelveen hoe die geschiedenis in elkaar zat, met QR-code, met plakkaten, met routes, we gaan daar nog over nadenken. Eén ding staat voor ons vast, we zoeken zeker een markeerpunt in de stad, noem het een vertrekpunt, een klein monument, waarmee we willen starten om die geschiedenis handen en voeten te geven.’
‘Kom ik meteen bij de stand van zaken, waar staan we nu. Soms zult u gedacht hebben: waar zijn die gasten nu mee bezig? Want we zijn al een paar jaar onderweg, maar ik hoef u niet te vertellen dat onderzoek en het napluizen van geschiedenis ordentelijk en zorgvuldig worden gedaan. Dat kost gewoon veel tijd. We werken heel nauw samen en daar zijn we blij mee, met Vereniging Historisch Amstelveen (VHA), met mensen die educatieve projecten in de stad doen op het gebied van de Tweede Wereldoorlog, dus dat is alleen maar plezierig. Mensen van de sjoel in Randwijck zijn betrokken bij ons, daar hebben we gesprekken mee. We willen heel snel in het najaar twee stappen gaan zetten. Namelijk één: ik ben momenteel bezig met onderwijs, onderwijskundigen, ook creatievelingen die ons gaan helpen met hoe je nu dit verhaal goed kunt vertellen aan jonge jeugd. Dat het bij hen beklijft en dat ze erin geïnteresseerd raken. Punt twee is dat ik met de VHA en anderen die betrokken zijn bij Historisch Amstelveen, wil gaan nadenken over hoe we het visueel krijgen in de stad, wethouder Raat is daar zeker een voortrekker in. Kortom, we zijn volop bezig, want Vrijheid is een werkwoord, dat hebben we al vaak genoeg gememoreerd bij herdenkingen en dat blijven we doen!!!’
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
David Serphos lid van de Stichting Amstelveen Oranje tijdens zijn toespraak. Hij werkt bij het Centraal Joods Overleg (CJO) een samenwerkingsverband van Joodse organisaties in Nederland
Na de zeer uitgebreide speech van Hugo van der Kooij kreeg David Serphos het woord. Hij vertelde dat hij tussen augustus 2016 en mei 2017 samen met cameraman Mike Ho tien vrouwen en twee mannen interviewde, vooroorlogse Joodse inwoners van Amstelveen. In de Tweede Wereldoorlog waren zij nog kinderen en woonden in Amstelveen. David wilde hun getuigenissen vastleggen, het verhaal over hoe zij als kind in Amstelveen de Jodenvervolging ervoeren en wat er met hen en hun familieleden is gebeurd. Voor deze interviews reisden David en Mike stad en land af en zelfs naar Zürich-Zwitserland, waar één van de overlevenden enkele jaren geleden naar toe verhuisde. Deze middag vertelde David fragmenten van zes van de geïnterviewden. Hun volledige verhaal is op de nieuwe website ‘Nooit meer teruggekomen’ te zien-beluisteren.
Het eerste fragment ging over Helen Monachimoff (4 oktober 1933). Mevrouw Monachimoff was aan het begin van de oorlog 8 jaar oud en woonde aan de Randwijcklaan 25. Zij herinnerde zich hoe ze thuis aan het spelen was met haar inwonende neefjes Klaus van 9 en Werner van 11, toen de jongetjes op een gegeven moment – ze speelden winkeltje - werden opgepakt en overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Helen Monachimoff zag ze nooit meer terug.
Daarna vertelde David het verhaal van Loes Dekker-de Wolff (80). Zij woonde aan de Fokkerlaan 100 en haar vader moest zich melden om gedwongen naar Amsterdam te vertrekken, maar dook onder. Later zelfs in zijn eigen huis in Amstelveen, maar hij werd verraden door een buurman. Hij overleefde de oorlog met zijn vrouw en kinderen, maar de rest van zijn familie werd vermoord. Loes herinnert zich hoe haar vader na de oorlog moest huilen omdat zij - Loes - zo op haar vermoorde opa leek.
Het derde verhaal vertelde Marianne Zijlstra (83). Mevrouw Zijlstra woonde aan de Van Spaenstraat 15 en was 7 jaar aan het begin van de oorlog. Zij herinnerde zich dat sommige kinderen niet meer met haar mochten spelen. Toen de familie uit Amstelveen moest vertrekken, kwamen eerst Nederlandse ambtenaren alles inventariseren wat er in hun huis stond en wat ze dus moesten achterlaten. Ook haar 2 favoriete knuffelberen!
De heer Emil Hans Roosen (92) woont tegenwoordig in Zürich, Zwitserland, alwaar David hem interviewde. Destijds woonde de heer Roosen aan de Van IJsselsteinstraat 15. Als 12-jarige jongen voetbalde hij graag op straat met zijn Amstelveense buurjongens. Zijn ouders wisten dankzij een tip van een vriend op tijd hun inboedel bij buren in veiligheid te brengen. Na de oorlog kreeg hij alles terug, maar niet zijn familie. Hij kwam via Westerbork terecht in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Kort voor de bevrijding werd hij door de Duitsers met de laatste 2500 Joden in het kamp op de trein naar Theresienstadt gezet. 12 dagen zonder eten, drinken of toilet, totdat hij uiteindelijk door de Russen werd bevrijd. Zijn vader kwam van uitputting om het leven, zijn zus werd vermoord en zijn moeder overleed daags na de bevrijding.
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Mevrouw Vera Goldstein (1935) kwam ook naar de bijeenkomst
Speciaal voor deze presentatie kwam tot David’s grote genoegen ook mevrouw Vera Goldstein (15 juni 1935) naar de bijeenkomst. In de Tweede Wereldoorlog woonde zij aan de Van der Hoochlaan 11 en zat als klein meisje op de Roelof Venemaschool. Dit was mogelijk omdat haar ouders haar Luthers hadden gedoopt, alhoewel iedereen wist dat haar vader Joods was. Haar schoolvriendinnetje vertelde haar dat zij naar de hemel ging, maar Vera naar de hel. Zij herinnert zich dat ze met haar vader wel eens naar de sjoel aan de Randwijcklaan 13 ging, die heden nog steeds in die straat staat. Ook herinnert mevrouw Goldstein zich dat haar vader als Jood niet meer met het openbaar vervoer mocht reizen, terwijl hij werkte in Amsterdam, maar een Jodenster moest dragen. Met haar moeder liep ze van Amstelveen naar Amsterdam om met haar vader mee terug te lopen.
Tot slot vertelde David een fragment van het verhaal van mevrouw Bernarda Penha (19 december 1940), gehuwd met de heer Esveld en zij beiden waren ook aanwezig bij de presentatie. Destijds woonde Narda zoals zij zich noemt, aan de Landscheidingskade 56 en herinnert zich hoe ze als 2-jarig meisje, kort voordat ze zouden worden opgepakt, helemaal alleen bij iemand achterop de fiets werd gezet om onder te duiken bij een gereformeerd gezin. Zonder haar ouders, broer en zus. Ze zou uiteindelijk op meerdere adressen onderduiken. Bij een inval op één van de adressen verstopte zij zich in het bed van de zieke moeder van het gezin, tussen haar benen en weet zich zo te redden. ‘Ik heb geen kik gegeven,’ vertelde ze. Op een ander adres was ze er getuige van dat één van de jongens van het onderduikgezin werd gefusilleerd.
David vertelde dat zij de 12 geïnterviewden konden lokaliseren dankzij de goede samenwerking met burgemeester Van ’t Veld en de afdeling Burgerzaken van Amstelveen, René Bosma. Met behulp van de gemeenten, waarin de mensen woonachtig zijn, konden ze 21 nog in leven zijnde Joodse voormalige Amstelveners vinden en aanschrijven. Twaalf van hen waren bereid en in staat mee te doen aan het project. Onbekend is hoeveel Joden er aan het begin van de oorlog in Amstelveen woonden. Om dat te achterhalen deed David in 2016 onderzoek bij het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies in Amsterdam. Dankzij de volgzaamheid van Nederlandse ambtenaren, kon op last van de Duitse bezetter in 1941 in iedere gemeente een lijst worden opgesteld van Joodse inwoners. Die lijst is ook van Nieuwer-Amstel te vinden bij het NIOD. David Serphos vertelde dat hij daar 436 namen op vond, waarvan onder aftrek van gemengd gehuwde partners, 400 in de jaren die daarop volgden als Jood werden vervolgd. Hoeveel er werden vermoord, of ‘kwamen er niet terug’? Getallen kunnen erg abstract overkomen. Zoals 6 miljoen, het aantal Joden dat de nazi’s vermoordden, of zelfs de 104.000 Nederlandse Joden die werden vermoord.
Vervolgens vertelde David: Uit de gemeente Nieuwer-Amstel, het huidige Amstelveen, werden maar liefst 165 Joodse medeburgers vermoord. Zij woonden aan de Amsterdamseweg en de Berkenrodelaan, de Bos- en Vaartlaan en de Catharina van Clevelaan, de Charlotte van Montpensierlaan en de Handweg, de Keizer Karelweg en de Rodenburghlaan, en ga zo maar door. Zij waren buren, kennissen, vriendjes en klasgenootjes van andere Amstelveners en tot vandaag waren zij redelijk anoniem, want geen monument in Amstelveen herdenkt hen. Onder mensonterende omstandigheden en in gevangenschap vonden zij de dood: 165 mannen, vrouwen en kinderen, de jongste was nog maar een baby, de oudste 89 jaar oud.
We hopen dat met het historisch onderzoek van Prof. Dr. Bart Wallet en de informatie die uit de samenleving tot ons komt, deze website zal uitgroeien tot een allesomvattende bron van informatie over slachtoffers, Jodenvervolging en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amstelveen.’ Tot slot zei hij: ‘Ik nodig graag wethouder Herbert Raat uit om enkele woorden te spreken, alvorens de openingshandeling te komen verrichten.’
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Na de zware verhalen van de sprekers kunnen de aanwezigen eindelijk applaudisseren,
tweede van rechts is mevrouw Bernarda Penha
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Herbert Raat wethouder Cultuur en David Serphos lanceren samen de website Nooit meer teruggekomen
Herbert Raat (VVD) wethouder Cultuur drukte vervolgens op een knop van de website op een tablet, waarna de website ‘nooit meer teruggekomen’ online was, met een flink applaus tot gevolg. Herbert nam nog even kort het woord en bedankte Hugo, David en Frank - als voorzitter van Amstelveen Oranje – en zei: ‘Wij als gemeente Amstelveen zijn ontzettend trots op jullie. Deze geschiedenis is zo lang onderbelicht gebleven. Amstelveen is reuze trots op de mensen en het is onderbelicht gebleven, tientallen jaren eigenlijk en het is hoog tijd dat we daar op een andere manier mee omgaan. Mirjam van ’t Veld is degene die dat goed op de agenda heeft gezet en ook onze huidige burgemeester Bas Eenhoorn vindt het uitermate belangrijk. Als wij er echt voor willen zorgen dat we goed omgaan met tolerantie, dan moeten we daar met elkaar voor vechten.'
'Dat is geen vanzelfsprekendheid en iedereen kent het verhaal van de kanarie in de kolenmijn, als het niet goed gaat met Joodse mensen, dan gaat het ook niet goed met de rest van de samenleving. Wij gaan ervoor vechten als gemeente, wij laten dat niet nog een keer gebeuren Amstelveen, want het is goed misgegaan hier in de oorlogstijd, daar gaan we ook geen doekjes om winden. Catherina (Tini) Visser heeft het volgens mij goed beschreven in haar boek in opdracht van de toenmalig burgemeester Otto van Diepen. Wij zijn Amstelveen, wij zijn deze samenleving en intolerantie, het niet willen samenleven accepteren wij niet meer. Daar gaan we samen voor vechten en dat doen we niet alleen met deze website, maar dat gaan we elke dag doen. Dank je wel (David) voor al je werk!’' Tot slot bedankte Hugo van der Kooij nog alle mensen die hebben meegeholpen om de website mogelijk te maken. Iedereen nam weer een drankje en kreeg heerlijke vishapjes aangeboden, spraken met elkaar over gebeurtenissen en keerden toen weer huiswaarts. Een mooie bijeenkomst die nog veel vervolg krijgt.
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Herbert Raat wethouder Cultuur is een voortrekker van het project
(Foto Anko Stoffels - 2018)
Vlnr.: David Serphos, mevrouw Vera Goldstein, Herbert Raat (VVD) wethouder Cultuur, Frank Kuyper voorzitter van de Stichting Amstelveen Oranje, mevrouw Bernarda Esveld-Penha en Hugo van der Kooij
Nooit meer Teruggekomen
Nooit meer Teruggekomen is en educatief project dat licht wil werpen op slachtoffers, Jodenvervolging en het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amstelveen. Door middel van getuigenissen, archiefmateriaal en wetenschappelijk onderzoek beoogt het project recht te doen aan deze onderbelichte Amstelveense geschiedenis. Op www.nooitmeerteruggekomen.nl zijn namen en toenmalige adressen te vinden van Joodse mensen die in Amstelveen woonden en ook andere informatie die over hen bekend is. Verder zijn er nog de onderwerpen ‘Verzet’ en ‘Wetenschappelijk onderzoek’ te vinden en ook een fotoarchief. Mocht u nog getuigenissen hebben, of mensen kennen die dit kunnen doen, meld het dan in de rubriek contact van de website, alwaar ook de verhalen te zien/horen zijn.
Na een drie kwartier van kennismaken, drankje drinken en wat bijpraten nam Hugo van der Kooij, medebestuurslid van Amstelveen Oranje het woord:
‘Beste mensen, namens Amstelveen Oranje, heel fijn, plezierig en goed dat u hier vandaag bent. Vandaag is voor ons een belangrijk moment, want wij gaan één van de pijlers van het project ‘Nooit Meer Teruggekomen’ presenteren.’ Hugo vertelde in het kort wat over de ontstaansgeschiedenis, de urgentie en de stand van zaken van het project. Daarna zou hij het woord geven aan David Serphos, de man die diep in de inhoud van het project zit.
‘Het is alweer een paar jaar geleden dat het bestuur van Amstelveen Oranje in gesprek was met Mirjam van ’t Veld onze voormalige burgemeester, waarbij Mirjam onder meer zei dat de organisatie van de herdenkingen toch wel heel ingetogen en goed verzorgd zijn – evenals de andere herdenkingen in Amstelveen - daar moet je toch wel trots op zijn. Maar zo zei Mirjam ook dat er eigenlijk geen aandacht is voor wat er met de Joodse Amstelveners is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog. En dat in tegenstelling tot veel plaatsen in Nederland, waar daar wel nadrukkelijk aandacht voor is. En vervolgens praten we dan verder met Mirjam en wordt geopperd, zou het niet goed zijn om een project te maken, waar we in die leemte voorzien. En zo zijn we van start gegaan.’
‘Ik hoef u eigenlijk niet te vertellen waarom. Het is alleen al uit respect voor wat er gebeurd is met deze mensen in de oorlog. Dat we erbij stil blijven staan en de getuigenissen naar boven halen en dat niet alleen want we leven - en dat weten we allemaal - in een rare wereld. Vandaag de dag om ons heen, je kan geen krant zien, geen televisie kijken of we lezen over discriminatie, we zien discriminatie. We zien uitsluiting, we zien separatie, we zien hoe mensen volledig worden afgemoord en ook vandaag de dag nog worden grote groepen mensen vermoord.’
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Hugo van der Kooij heeft heel veel te vertellen
‘Dicht bij huis: recentelijk zag ik verleden week nog een documentaire of op het nieuws, over Saksen, in Duitsland, onze buren. Hoe daar neonazi’s langzaam in de raad infiltreren en steeds machtiger worden. En dan kijk je naar de websites van die gasten en wat zie je dan? Dan zie je dat ze op hun websites te koop aanbieden, allemaal runenachtige insignes, brochures over de nazi’s, posters van bekende mensen met snorretjes. Eigenlijk verschrikkelijk als je ziet hoe dat op komt. Ver weg? Nee van de week in Berlijn, weer mensen in elkaar geslagen, weer een verhaal, antisemitisme in Parijs, in Amsterdam incidenten.'
'Dan zult u zeggen, maar we zijn hier in Amstelveen, ik wil echter iets met u doornemen uit Amstelveen, want er staan hier mensen die al heel lang in Amstelveen wonen, laten we even de geschiedenis ophalen. De Klipper, een klein straatje in Waardhuizen-Middenhoven, alweer bijna 20 jaar geleden. Daar woonde een Joods gezin - weggepest door de buurt. Wat gebeurde er – op hun auto een Jodenster, hakenkruisen. Toen werd het afgedaan met het verhaal – ach het zijn jongeren – die mijnheer is een keer naar buiten gegaan en heeft die jongeren de les gelezen met de opmerking – zouden jullie het eens wat rustiger aan kunnen doen? De gevolgen waren verschrikkelijk, hij moest verhuizen met z’n gezin!’
Hugo vervolgde met ‘Ouwe Amstelveners, ouwe rakkers, kennen jullie Thunder nog? De motorclub, die stond op de wat nu de hoek Beneluxbaan-Sportlaan is, naast de Internationale School. Dat was onze motorclub, een mooi chalet en daarboven hadden ze een mooi gewei, heel imponerend. En dan stonden die jongens daar met hun chrome motoren en stevige jackies. In die tijd had ik als werk in Amstelveen om me bezig te houden met Jeugd en opgroeiende volwassenen en ze noemden mij wel de 007 van de stad. Ik moest in kaart brengen hoe het zat met de hash en de wiet en de cocaïne en dat soort dingen. Dus ik kwam in al die cafeetjes en zo kwam ik ook bij Thunder en het was bijzonder, want de sfeer was daar helemaal niet van jongens met stevige jackies en een embleem erop. Nee het was een heel ander soort type mensen.'
'Daar, in het weekend, werden bijeenkomsten gehouden van de Volks-Unie met Joop Glimmerveen, op het moment dat hij bijna verboden werd. Hij hield bij Thunder elke zondag praatjes over hoe rechts-extremisten in Amstelveen hun Walhalla zouden moeten maken. Het waren verhalen die je niet wilt aanhoren en op tafel lagen brochures met runentekens en er hingen vlaggen van nazi-Duitsland. Hier in ons Amstelveen. Wat we toen gedaan hebben, samen met de gemeente en met de politie, de hele motorclub ontmanteld en gesloopt, de motorclub eruit gezet en dat soort dingen. Ik zal u vertellen, ik ben het nooit vergeten, want ik ben daardoor ook wel een beetje slachtoffer geworden, waardoor ik nu geïnspireerd ben om dit te doen. Ik ben jarenlang in deze stad gestalkt door rechts-extremisten. En tot op de dag vandaag heb ik er af en toe nog steeds last van. Ik heb een soort onderhoudsbeurt van die gasten: komen ze even langs, komen ze weer even rellen zal ik maar zeggen. Nazisme, het is er nog steeds.’
‘Wat leren we daar met z’n allen van. We moeten waakzaam zijn als we naar het parool kijken van onze geschiedenis, wat we daarvan moeten leren. Waakzaam, stop met waakzaamheid, dat is veel te mager. Vandaag de dag moeten we in actie komen, moeten veel coöperatiever zijn, we moeten in gesprek blijven over dit soort dingen. We moeten deze verhalen doorgeven, die geschiedenis aan onze jongere generatie.’
‘Terug naar het project. Nooit meer teruggekomen heeft als doelstelling: Wij willen de getuigenissen, de verhalen uit die oorlog visueel maken, naar boven halen, de feiten weten en dat een goeie plek geven. Dat doen we door middel van bron onderzoek, we doen het door middel van wetenschappelijk onderzoek, waar de raad ons toe in staat heeft gesteld dankzij extra middelen. Bart Wallet, hoogleraar aan de VU en UVA, een autoriteit op het gebied van de geschiedenis van de Joden in Nederland (ook aanwezig) is bezig met dat wetenschappelijk onderzoek. Heel belangrijk voor ons is: hoe kunnen we die beelden nou visueel maken, dus vandaag de website om die plaatsjes bij ons doordringend naar binnen te krijgen. Maar dat is niet genoeg. We zijn bezig het onderwijs erbij te betrekken. We moeten er goed over nadenken hoe we onze jonge generatie kunnen engageren en inspireren om deze geschiedenis mee te nemen en daar de lessen uit te leren. Ook belangrijk is, waar we nu al stappen mee maken, kenbaar maken in Amstelveen hoe die geschiedenis in elkaar zat, met QR-code, met plakkaten, met routes, we gaan daar nog over nadenken. Eén ding staat voor ons vast, we zoeken zeker een markeerpunt in de stad, noem het een vertrekpunt, een klein monument, waarmee we willen starten om die geschiedenis handen en voeten te geven.’
‘Kom ik meteen bij de stand van zaken, waar staan we nu. Soms zult u gedacht hebben: waar zijn die gasten nu mee bezig? Want we zijn al een paar jaar onderweg, maar ik hoef u niet te vertellen dat onderzoek en het napluizen van geschiedenis ordentelijk en zorgvuldig worden gedaan. Dat kost gewoon veel tijd. We werken heel nauw samen en daar zijn we blij mee, met Vereniging Historisch Amstelveen (VHA), met mensen die educatieve projecten in de stad doen op het gebied van de Tweede Wereldoorlog, dus dat is alleen maar plezierig. Mensen van de sjoel in Randwijck zijn betrokken bij ons, daar hebben we gesprekken mee. We willen heel snel in het najaar twee stappen gaan zetten. Namelijk één: ik ben momenteel bezig met onderwijs, onderwijskundigen, ook creatievelingen die ons gaan helpen met hoe je nu dit verhaal goed kunt vertellen aan jonge jeugd. Dat het bij hen beklijft en dat ze erin geïnteresseerd raken. Punt twee is dat ik met de VHA en anderen die betrokken zijn bij Historisch Amstelveen, wil gaan nadenken over hoe we het visueel krijgen in de stad, wethouder Raat is daar zeker een voortrekker in. Kortom, we zijn volop bezig, want Vrijheid is een werkwoord, dat hebben we al vaak genoeg gememoreerd bij herdenkingen en dat blijven we doen!!!’
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
David Serphos lid van de Stichting Amstelveen Oranje tijdens zijn toespraak. Hij werkt bij het Centraal Joods Overleg (CJO) een samenwerkingsverband van Joodse organisaties in Nederland
Na de zeer uitgebreide speech van Hugo van der Kooij kreeg David Serphos het woord. Hij vertelde dat hij tussen augustus 2016 en mei 2017 samen met cameraman Mike Ho tien vrouwen en twee mannen interviewde, vooroorlogse Joodse inwoners van Amstelveen. In de Tweede Wereldoorlog waren zij nog kinderen en woonden in Amstelveen. David wilde hun getuigenissen vastleggen, het verhaal over hoe zij als kind in Amstelveen de Jodenvervolging ervoeren en wat er met hen en hun familieleden is gebeurd. Voor deze interviews reisden David en Mike stad en land af en zelfs naar Zürich-Zwitserland, waar één van de overlevenden enkele jaren geleden naar toe verhuisde. Deze middag vertelde David fragmenten van zes van de geïnterviewden. Hun volledige verhaal is op de nieuwe website ‘Nooit meer teruggekomen’ te zien-beluisteren.
Het eerste fragment ging over Helen Monachimoff (4 oktober 1933). Mevrouw Monachimoff was aan het begin van de oorlog 8 jaar oud en woonde aan de Randwijcklaan 25. Zij herinnerde zich hoe ze thuis aan het spelen was met haar inwonende neefjes Klaus van 9 en Werner van 11, toen de jongetjes op een gegeven moment – ze speelden winkeltje - werden opgepakt en overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Helen Monachimoff zag ze nooit meer terug.
Daarna vertelde David het verhaal van Loes Dekker-de Wolff (80). Zij woonde aan de Fokkerlaan 100 en haar vader moest zich melden om gedwongen naar Amsterdam te vertrekken, maar dook onder. Later zelfs in zijn eigen huis in Amstelveen, maar hij werd verraden door een buurman. Hij overleefde de oorlog met zijn vrouw en kinderen, maar de rest van zijn familie werd vermoord. Loes herinnert zich hoe haar vader na de oorlog moest huilen omdat zij - Loes - zo op haar vermoorde opa leek.
Het derde verhaal vertelde Marianne Zijlstra (83). Mevrouw Zijlstra woonde aan de Van Spaenstraat 15 en was 7 jaar aan het begin van de oorlog. Zij herinnerde zich dat sommige kinderen niet meer met haar mochten spelen. Toen de familie uit Amstelveen moest vertrekken, kwamen eerst Nederlandse ambtenaren alles inventariseren wat er in hun huis stond en wat ze dus moesten achterlaten. Ook haar 2 favoriete knuffelberen!
De heer Emil Hans Roosen (92) woont tegenwoordig in Zürich, Zwitserland, alwaar David hem interviewde. Destijds woonde de heer Roosen aan de Van IJsselsteinstraat 15. Als 12-jarige jongen voetbalde hij graag op straat met zijn Amstelveense buurjongens. Zijn ouders wisten dankzij een tip van een vriend op tijd hun inboedel bij buren in veiligheid te brengen. Na de oorlog kreeg hij alles terug, maar niet zijn familie. Hij kwam via Westerbork terecht in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Kort voor de bevrijding werd hij door de Duitsers met de laatste 2500 Joden in het kamp op de trein naar Theresienstadt gezet. 12 dagen zonder eten, drinken of toilet, totdat hij uiteindelijk door de Russen werd bevrijd. Zijn vader kwam van uitputting om het leven, zijn zus werd vermoord en zijn moeder overleed daags na de bevrijding.
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Mevrouw Vera Goldstein (1935) kwam ook naar de bijeenkomst
Speciaal voor deze presentatie kwam tot David’s grote genoegen ook mevrouw Vera Goldstein (15 juni 1935) naar de bijeenkomst. In de Tweede Wereldoorlog woonde zij aan de Van der Hoochlaan 11 en zat als klein meisje op de Roelof Venemaschool. Dit was mogelijk omdat haar ouders haar Luthers hadden gedoopt, alhoewel iedereen wist dat haar vader Joods was. Haar schoolvriendinnetje vertelde haar dat zij naar de hemel ging, maar Vera naar de hel. Zij herinnert zich dat ze met haar vader wel eens naar de sjoel aan de Randwijcklaan 13 ging, die heden nog steeds in die straat staat. Ook herinnert mevrouw Goldstein zich dat haar vader als Jood niet meer met het openbaar vervoer mocht reizen, terwijl hij werkte in Amsterdam, maar een Jodenster moest dragen. Met haar moeder liep ze van Amstelveen naar Amsterdam om met haar vader mee terug te lopen.
Tot slot vertelde David een fragment van het verhaal van mevrouw Bernarda Penha (19 december 1940), gehuwd met de heer Esveld en zij beiden waren ook aanwezig bij de presentatie. Destijds woonde Narda zoals zij zich noemt, aan de Landscheidingskade 56 en herinnert zich hoe ze als 2-jarig meisje, kort voordat ze zouden worden opgepakt, helemaal alleen bij iemand achterop de fiets werd gezet om onder te duiken bij een gereformeerd gezin. Zonder haar ouders, broer en zus. Ze zou uiteindelijk op meerdere adressen onderduiken. Bij een inval op één van de adressen verstopte zij zich in het bed van de zieke moeder van het gezin, tussen haar benen en weet zich zo te redden. ‘Ik heb geen kik gegeven,’ vertelde ze. Op een ander adres was ze er getuige van dat één van de jongens van het onderduikgezin werd gefusilleerd.
David vertelde dat zij de 12 geïnterviewden konden lokaliseren dankzij de goede samenwerking met burgemeester Van ’t Veld en de afdeling Burgerzaken van Amstelveen, René Bosma. Met behulp van de gemeenten, waarin de mensen woonachtig zijn, konden ze 21 nog in leven zijnde Joodse voormalige Amstelveners vinden en aanschrijven. Twaalf van hen waren bereid en in staat mee te doen aan het project. Onbekend is hoeveel Joden er aan het begin van de oorlog in Amstelveen woonden. Om dat te achterhalen deed David in 2016 onderzoek bij het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies in Amsterdam. Dankzij de volgzaamheid van Nederlandse ambtenaren, kon op last van de Duitse bezetter in 1941 in iedere gemeente een lijst worden opgesteld van Joodse inwoners. Die lijst is ook van Nieuwer-Amstel te vinden bij het NIOD. David Serphos vertelde dat hij daar 436 namen op vond, waarvan onder aftrek van gemengd gehuwde partners, 400 in de jaren die daarop volgden als Jood werden vervolgd. Hoeveel er werden vermoord, of ‘kwamen er niet terug’? Getallen kunnen erg abstract overkomen. Zoals 6 miljoen, het aantal Joden dat de nazi’s vermoordden, of zelfs de 104.000 Nederlandse Joden die werden vermoord.
Vervolgens vertelde David: Uit de gemeente Nieuwer-Amstel, het huidige Amstelveen, werden maar liefst 165 Joodse medeburgers vermoord. Zij woonden aan de Amsterdamseweg en de Berkenrodelaan, de Bos- en Vaartlaan en de Catharina van Clevelaan, de Charlotte van Montpensierlaan en de Handweg, de Keizer Karelweg en de Rodenburghlaan, en ga zo maar door. Zij waren buren, kennissen, vriendjes en klasgenootjes van andere Amstelveners en tot vandaag waren zij redelijk anoniem, want geen monument in Amstelveen herdenkt hen. Onder mensonterende omstandigheden en in gevangenschap vonden zij de dood: 165 mannen, vrouwen en kinderen, de jongste was nog maar een baby, de oudste 89 jaar oud.
We hopen dat met het historisch onderzoek van Prof. Dr. Bart Wallet en de informatie die uit de samenleving tot ons komt, deze website zal uitgroeien tot een allesomvattende bron van informatie over slachtoffers, Jodenvervolging en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amstelveen.’ Tot slot zei hij: ‘Ik nodig graag wethouder Herbert Raat uit om enkele woorden te spreken, alvorens de openingshandeling te komen verrichten.’
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Na de zware verhalen van de sprekers kunnen de aanwezigen eindelijk applaudisseren,
tweede van rechts is mevrouw Bernarda Penha
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Herbert Raat wethouder Cultuur en David Serphos lanceren samen de website Nooit meer teruggekomen
Herbert Raat (VVD) wethouder Cultuur drukte vervolgens op een knop van de website op een tablet, waarna de website ‘nooit meer teruggekomen’ online was, met een flink applaus tot gevolg. Herbert nam nog even kort het woord en bedankte Hugo, David en Frank - als voorzitter van Amstelveen Oranje – en zei: ‘Wij als gemeente Amstelveen zijn ontzettend trots op jullie. Deze geschiedenis is zo lang onderbelicht gebleven. Amstelveen is reuze trots op de mensen en het is onderbelicht gebleven, tientallen jaren eigenlijk en het is hoog tijd dat we daar op een andere manier mee omgaan. Mirjam van ’t Veld is degene die dat goed op de agenda heeft gezet en ook onze huidige burgemeester Bas Eenhoorn vindt het uitermate belangrijk. Als wij er echt voor willen zorgen dat we goed omgaan met tolerantie, dan moeten we daar met elkaar voor vechten.'
'Dat is geen vanzelfsprekendheid en iedereen kent het verhaal van de kanarie in de kolenmijn, als het niet goed gaat met Joodse mensen, dan gaat het ook niet goed met de rest van de samenleving. Wij gaan ervoor vechten als gemeente, wij laten dat niet nog een keer gebeuren Amstelveen, want het is goed misgegaan hier in de oorlogstijd, daar gaan we ook geen doekjes om winden. Catherina (Tini) Visser heeft het volgens mij goed beschreven in haar boek in opdracht van de toenmalig burgemeester Otto van Diepen. Wij zijn Amstelveen, wij zijn deze samenleving en intolerantie, het niet willen samenleven accepteren wij niet meer. Daar gaan we samen voor vechten en dat doen we niet alleen met deze website, maar dat gaan we elke dag doen. Dank je wel (David) voor al je werk!’' Tot slot bedankte Hugo van der Kooij nog alle mensen die hebben meegeholpen om de website mogelijk te maken. Iedereen nam weer een drankje en kreeg heerlijke vishapjes aangeboden, spraken met elkaar over gebeurtenissen en keerden toen weer huiswaarts. Een mooie bijeenkomst die nog veel vervolg krijgt.
(Foto Amstelveenweb.com - 2018)
Herbert Raat wethouder Cultuur is een voortrekker van het project
(Foto Anko Stoffels - 2018)
Vlnr.: David Serphos, mevrouw Vera Goldstein, Herbert Raat (VVD) wethouder Cultuur, Frank Kuyper voorzitter van de Stichting Amstelveen Oranje, mevrouw Bernarda Esveld-Penha en Hugo van der Kooij
Nooit meer Teruggekomen
Nooit meer Teruggekomen is en educatief project dat licht wil werpen op slachtoffers, Jodenvervolging en het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amstelveen. Door middel van getuigenissen, archiefmateriaal en wetenschappelijk onderzoek beoogt het project recht te doen aan deze onderbelichte Amstelveense geschiedenis. Op www.nooitmeerteruggekomen.nl zijn namen en toenmalige adressen te vinden van Joodse mensen die in Amstelveen woonden en ook andere informatie die over hen bekend is. Verder zijn er nog de onderwerpen ‘Verzet’ en ‘Wetenschappelijk onderzoek’ te vinden en ook een fotoarchief. Mocht u nog getuigenissen hebben, of mensen kennen die dit kunnen doen, meld het dan in de rubriek contact van de website, alwaar ook de verhalen te zien/horen zijn.
Klik hier voor andere foto's in de categorie Wereldoorlog II