Bijgewerkt: 1 december 2024

74ste Indië Herdenking - 2019

Foto's -> Gebeurtenissen -> Herdenkingen

74ste Indië Herdenking
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Het Indiëmonument in het Broersepark

Op 15 augustus 2019 is het 74 jaar geleden dat er officieel een einde kwam aan de Tweede Wereld Oorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden. Hoewel Nederland op 5 mei 1945 werd bevrijd, eindigde de oorlog in Nederlands-Indië pas op 15 augustus 1945 door de capitulatie van Japan. De jaarlijkse herdenkingen hiervan roepen bij velen diepe, verdrietige emoties op en velen waren zelf slachtoffer, of hebben dierbare familieleden en vrienden verloren. Jonge militairen lieten het leven. Meer dan 100.000 burgers - mannen, vrouwen en kinderen - werden opgesloten in burgerkampen. Ontelbare gezinnen werden ontwricht. Circa 300.000 ontheemden vertrokken naar Europa om in Nederland een nieuw en onzeker bestaan op de bouwen.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Het weer zorgt voor veel regen, maar dat weerhield deze mensen niet om te komen


De Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië  organiseerde op woensdag 14 augustus 2019 de 74ste herdenking in het Broersepark in Amstelveen. Ondanks de zware regenwolken en later regen, kwamen veel betrokkenen en geïnteresseerden naar de bijeenkomst. Dit zijn veelal mensen op leeftijd, in tegenstelling tot de herdenking op 4 mei, waar ook steeds meer jongeren naar toe komen. Hopelijk zal er op scholen ook aan deze herdenking en het bijwonen ervan meer aandacht worden gegeven, zodat ook de gevallenen en slachtoffers van de Japanse bezetting niet worden vergeten.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Tjapko Poppens burgemeester van Amstelveen en Arthur van Dijk commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland wachten op de eerste rij in de regen tot de herdenking begint in het Broersepark


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Vlnr.: Majoor Freek Drenth van de Koninklijke Luchtmacht en defensievertegenwoordiger bij Amsterdam-Amstelland, Henk Lode, Reint Huizinga, Conchita Willems-de Koster vicevoorzitter van de Bond van Wapenbroeders Afdeling Amstelland en
Edu Dumassy projectleider stuurgroep het onderwijsproject ontmoeten en (her)denken hebben nog een beetje tijd om met elkaar bij te praten


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Floor Gordon (D66) wethouder Economische Zaken van de gemeente Amstelveen en Axel Boomgaars (GL) wethouder Sociale Zaken van de gemeente Ouder-Amstel onder de paraplu's


Aangezien er flink wat regen naar beneden kwam gebruikten de meeste mensen een paraplu bij aankomst, maar gelukkig deden velen deze weg toen de ceremonie begon zodat iedereen goed zicht had. Er was ook op de uitnodiging gevraagd om bij regen liever geen paraplu op te zetten, maar goede regenkleding te dragen. Terwijl men een plaats innam begon de stemmige muziek die werd verzorgd door de Regimentsfanfare Garde Grenadiers en Jagers onder leiding van kapitein H. van Bruggen.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

De leden van de Nationale Reserve zorgen voor de kransen en begeleiden de ceremonie


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Ook dit jaar is de ceremoniemeester weer Jacqueline Schäfer


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Intreden van de landelijke Banierwacht met het Vaandel van de Bond van Wapenbroeders


Helaas bleef het regenen toen de ceremoniemeester Jacqueline Schäfer alle aanwezigen welkom heette. Zij vroeg een ieder te gaan staan voor het intreden van de landelijke Banierwacht met het Vaandel van de Bond van Wapenbroeders. Het is bewonderingswaardig dat deze heren op leeftijd nog altijd naar deze herdenking komen, want ze staan wel ruim een uur op de plaats.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

De heer Clemens Bouwens, voorzitter van de Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands- Indië aan het woord


Vervolgens werd  de heer Clemens Bouwens, voorzitter van de Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië het woord gegeven. Hij trotseerde de regen en begon zijn toespraak dat de regen ons niet weerhouden heeft om hier te zijn. Vervolgens begon zijn toespraak: ‘‘Wij mochten meenemen wat wij dragen konden, mijn rugzak was klein’’. 'Het zijn deze twee zinnen, lieve mensen, van Mischa de Vreede die mij raakten toen ik mij voorbereidde op de herdenking van vanavond. Zij werd geboren in 1936 in Batavia als kind van een dominee en onderwijzeres. Na drie en een half jaar internering in Noord-Sumatra werd het gezin in 1946 gerepatrieerd. Dat beeld van dat meisje van een jaar of 10 met die kleine rugzak raakte ik niet kwijt. Mijn dochter is van dezelfde leeftijd, misschien is het wel daardoor ...Die kleine rugzak ... er kon meer níet mee, dan wél mee ... men mocht niet al te veel ‘barang’ hebben. De meeste persoonlijke spullen moest men achterlaten. En toch zat die rugzak voller dan zij toen kon vermoeden. Zij droeg meer dan ze eigenlijk kon dragen ... Haar rugzak zat immers vol verhalen, vol emoties, zoals velen die erbij waren en het overleefden vol verhalen en emoties zaten toen zij hier in Nederland aankwamen'.

'Verhalen die de moeite waard zijn om te horen, om te vertellen en om te delen met elkaar. Emoties die ook de ruimte nodig hadden van een bevrijding. Laten wij ons nu openstellen voor de verhalen van toen. Verhalen die helaas vaak onuitgesproken bleven, omdat er –veelal noodgedwongen– werd gezwegen ... in stilte werd er geleden, ook toen de oorlog allang voorbij was, heden ten dagen is de pijn van toen nog voelbaar ... ook bij de huidige generaties .... de emoties zitten nog heel diep ... dat rugzakje is nog lang niet bij iedereen uitgepakt'.

'Met de aanwezigheid van u allen en zeker ook met die van u, Commissaris van de Koning de heer Van Dijk, burgemeester van de gemeente Amstelveen, de heer Poppens en al uw collega’s uit de regio, de vertegenwoordigers vanuit Defensie, Staf van de 11e Luchtmobiele Brigade, leden van de banierwacht uit Weert, leden van de bond van Wapenbroeders, leden van de NATRES, onderschrijft u het belang van herdenken. Wij zijn u allen zeer erkentelijk en ik heet u dan ook van harte welkom. En het is de burgemeester van Amsterdam die het eerder dit jaar nog beaamde : ‘Het is heel erg belangrijk om steeds weer te vertellen en door te vertellen, opdat het nooit meer kan gebeuren.’ En zo is het maar net! Eenieder die terugkwam –klein en groot– had zijn of haar eigen rugzakje'.

'Zo ook de heer Bob Schuitemaker. Hij vertelt ons vanavond zijn verhaal. Hij vertelt over zijn jeugd achter het prikkeldraad van de Japanse barakkenkampen op Sumatra. Dank u wel dat u dat wilt doen, mijnheer Schuitemaker, dank u wel dat u dit met ons wilt en kunt delen. Veel sterkte!!

Rikkie Gieler, nog maar 14 jaar, gedenkt samen met zijn familie- vanavond zijn overgrootvader René Schäfer, de vader van onze onvolprezen ceremoniemeester Jacqueline Schäfer. Het is fijn dat je er bent. Morgen, donderdag 15 augustus 2019, is het 74 jaar geleden dat Japan capituleerde en er daardoor een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost Azië'.

'Alle slachtoffers van de Japanse bezetting en de nasleep daarvan worden hier vanavond herdacht, zowel burgers als militairen, In Nederlands Indië en in Nederlands Nieuw Guinea. Wij zijn twee minuten stil ... voor hen die ons ontvielen ... voor hen die streden voor onze vrijheid. Deze twee minuten stilte geeft een stem aan al die slachtoffers ... laten wij ze niet vergeten ... laten wij ze horen in die stilte ...'

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

De mensen onder de paraplu's maken het zicht op de sprekers wat moeilijk voor elkaar


Na de toespraak van de voorzitter sprak de heer Tjapko Poppens, burgemeester van de gemeente Amstelveen die begon met: 'Dames en heren,
'Goed dat u er bent, ondanks de slechte weersvoorspellingen. Ik zie ook veel collega-bestuurders uit de regio, de Commissaris van de Koning, een vertegenwoordiging van Defensie en nog veel meer mensen, zelfs uit Limburg. Dat u hier met velen bent onderstreept het belang van de jaarlijkse Indiëherdenking in Amstelveen. In het Broersepark, bij dit prachtige monument van Ella van der Ven. Voor mij is het een eer om dit samen met u te mogen doen. Wij zijn hier vanavond bijeen om alle gevallenen en slachtoffers, militairen en burgers, van de Japanse bezetting en de turbulente periode daarna, te herdenken'.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Tjapko Poppens burgemeester van Amstelveen tijdens zijn toespraak zonder paraplu in de stromende regen


'Thema van de Indiëherdenking is dit jaar 'brandend verlangen'. Op de website van de Indiëherdenking staat: 'Oorlog voelt als eindeloze ellende. Wanneer houdt het op? Wanneer komt er vrede?' Vragen die mensen die zich dagelijks stelden. De mensen in de kampen. Bij het geschreeuw van de Japanse kampbewakers, de eindeloze appels in de brandende zon, het buigen voor de kampcommandant. Dag in, dag uit. De mensen 'buiten de kampen' die ook zwaar onder de oorlog leden. Wat mensen op de been hield, was verlangen. Een brandend verlangen naar huis, het weerzien van een geliefde, familie en andere dierbaren. Het verlangen naar het leven van voor de oorlog'.

'Naarmate de oorlog langer duurde, klampten mensen zich steviger aan hun verlangen vast. Verlangen voedde hun hoop en andersom. Het was sterker dan de angst en de ontberingen, gaf mensen de kracht om de gruwelijkheden, de uitputting, de honger, te doorstaan. Hoe wrang was het, dat met het einde van de oorlog, het verlangen naar huis niet kon worden ingelost. Thuis bestond vaak niet meer. In de jaren na de oorlog kwamen duizenden mensen met hun wortels in voormalig Nederlands-Indië naar Nederland. Het land waarin zij waren opgegroeid, was ver achter de horizon verdwenen en zagen zij vaak niet meer terug'.

'Ook in Nederland waren het verlangen en hoop die mensen veerkracht gaven. Veerkracht om in het nieuwe land, met vallen en opstaan, weer een leven op te bouwen. Een land dat hen niet altijd met open armen ontving. Wat in Indië was gebeurd, was letterlijk ver weg. Het was geen onwil, maar ik denk dat het lastig was om ons een voorstelling te maken van wat er in Indië was gebeurd. Gelukkig is dat inmiddels veranderd en is er meer erkenning gekomen voor wat mensen in voormalig Nederlandse-Indië hebben meegemaakt. Maar dat heeft lang geduurd'.

'Het is belangrijk dat we deze verhalen blijven vertellen, want alleen dan worden ze deel van onze gezamenlijke geschiedenis. Het verhaal over de oorlog in Indië is geen makkelijk verhaal. Dat geldt trouwens voor alle verhalen over oorlog. Dat weten ook onze militairen. Het is soms te pijnlijk om te vertellen. Dat betekent niet dat de kinderen het stille verdriet van hun ouders toen niet voelden. Wat mij raakte, was hoe Adriaan van Dis het eens zei: 'Over de oorlog werd thuis niet gesproken, maar de oorlog zat altijd bij ons aan tafel.' Juist in wat er niet gezegd of benoemd werd: het niet mogen huilen, het altijd flink moeten zijn, want 'hij' had de. Het zinnetje werd nooit afgemaakt'.

'Het jaarthema 2019 is een ode aan de veerkracht van een hele generatie die de verschrikkingen van een lange oorlog en de daaropvolgende ontheemding met zich meedroegen. Verlangen gaat in essentie over hoop en vertrouwen. De wil om te leven, niet op te geven. Brandend verlangen gaf mensen de kracht om de onvrijheid en het geweld te weerstaan en te blijven vertrouwen in een betere toekomst. Voor henzelf, voor hun kinderen. Die boodschap geven zij aan ons mee. Laten wij daar een voorbeeld aan nemen.
Dank u.'

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Luitenant-kolonel Edwin Saiboo voorzitter van het bondsbestuur van de Bond van Wapenbroeders aan het woord


De regimentsfanfare speelde weer stemmige muziek om alles even te laten bezinken, waarna luitenant-kolonel Edwin Saiboo, algemeen voorzitter van het bondsbestuur van de Bond van Wapenbroeders naar het katheder kwam en zei: 'Geachte aanwezigen hier vanavond bijeen bij het tot de verbeelding sprekende Indië-monument in Amstelveen. Burgemeester Poppens en de heer Bouwens, hartelijk dank voor het wederom betrekken van de Bond van Wapenbroeders bij deze herdenking. Ook gaat onze dank uit naar Mevrouw Willems, voorzitter van de afdeling Amstelland van de Bond van Wapenbroeders, voor de ondersteuning bij de voorbereiding. De afdeling Amstelland van de Bond van Wapenbroeders is al jarenlang nauw betrokken bij de Indië-herdenking. Bij diverse eerdere herdenkingen heeft de toenmalige voorzitter van de afdeling Amstelland de heer Van Lith een toespraak gehouden. De heer Van Lith, eind 2016 overleden, had zelf ook een Indië-achtergrond, was zeg maar een ooggetuige. Ik ben dus van een jongere generatie wapenbroeders en treedt hiermee in de voetsporen van de heer Van Lith'.

'Mijn naam is Edwin Saiboo en sta hier in de rol van Algemeen Voorzitter van de Bond van Wapenbroeders. Ik ben een actief dienende militair bij de Koninklijke Landmacht en ik ben veteraan en ik heb tussen 1994 en 2012 deelgenomen aan vier missies. Vandaag is in ons midden het Banier van de Bond van Wapenbroeders. Het Banier dateert uit 1955, het draagt diverse opschriften, een daarvan is Nederlands-Indië. Het Banier heeft een belangrijke ceremoniële rol, juist bij herdenkingen en is daarom vandaag hier aanwezig. Het staat symbool voor generatie overschrijdende kameraadschap en verbondenheid. Als nationaal thema voor de Indië herdenking van dit jaar is gekozen ‘Brandend Verlangen’. Hiermee wil men tot uitdrukking brengen hoe tijdens de Japanse bezetting werd gesnakt naar het einde van de oorlogsellende, die men zowel binnen als buiten de kampen moest ondergaan. Het brandende verlangen om je geliefden terug te zien. Het brandende verlangen naar een betere toekomst, naar een wereld van vrede en veiligheid. De vrede voelde nog heel erg ver weg en bleek voor velen dan ook onbereikbaar. Tragisch en verdrietig. Hoop op betere tijden hield kinderen, ouders en grootouders overeind. De keerzijde is dat velen de vrede niet meer bij leven hebben mogen meemaken. Het is goed om daar, ook hier vanavond in Amstelveen, bij stil te staan. Vrede op aarde was niet iedereen gegund, dat weten we nu. Inmiddels is het 2019 en bewegen we naar 75 jaar vrede, vrijheid en veiligheid, dat moeten we koesteren. Dat zult u met mij eens zijn'.

'Kan je iets missen dat je altijd hebt gehad. Kunnen wij ons een voorstelling maken van dat Brandende Verlangen naar vrede, vrijheid en veiligheid. Hoe zit het anno 2019 met dat Brandende Verlangen? Bestaat dat nog? Heeft u een verlangen gehad dat zo is ingebrand dat het een onzichtbaar litteken heeft ingebrand en dat u de rest van uw leven met u meedraagt? Kent u iemand die dat de rest van zijn of haar leven heeft meegedragen? Ja, die kent u. Voor ons zijn dat vaak dierbare personen, met een naam en een gezicht, vaak familieleden. Ik hou van mensen die sporen nalaten, geen littekens. Dat diepbeleefde Brandende Verlangen, heeft u daar iets van meegekregen, bijvoorbeeld van een ooggetuige?'

'Rikkie Gieler, achterkleinkind van René Schäfer, krijgsgevangene in Nagasaki tijdens de val van de tweede atoombom, leest zo dadelijk een passage voor uit ‘Terug naar Fukuoka’ geschreven door zijn overgrootvader. Brandstof voor herdenken over de generatiegrenzen heen. Vanavond houdt de heer Bob Schuitemaker, een ooggetuige, een toespraak over zijn jeugd achter prikkeldraad van de Japanse barakkenkampen op Sumatra. Eigen herinneringen. Brandstof voor herdenken. Ik houd van mensen zoals Rob en Rikkie die belichamen dat vergeten, hoe verleidelijk soms, geen optie mag zijn. Vanaf vandaag zijn beide sporen aan ons collectieve geheugen toegevoegd. Geen eigen herinneringen, wel brandstof voor herdenken'.

'Voor vele dierbaren hebben de Brandende Verlangens wel littekens achtergelaten, hoe spijtig en verdrietig ook, zo werkt dat met brandende zaken, dat laat blijvende en vaak onzichtbare littekens achter. Dat bepaalt mede wie en wat je bent. Onder elkaar zijn, met gelijkgestemden bij elkaar, zoals hier vanavond, elkaar tot steun zijn zonder iets te zeggen. Lotgenoten en Wapenbroeders, voor altijd. Uw herdenking, onze herdenking, hier vanavond levert ons wederom unieke brandstof voor herdenken.  Laten wij er voor zorgen dat de Brandende Verlangens herinnerd blijven. Het ga u goed.
Dank u voor uw aandacht'.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Rikkie Gieler leest een gedicht voor van het boek 'Terug naar Fukuoka 14' van zijn overgrootvader,
waar de atoombom op Nagasaki centraal staat


Nadat de luitenant-kolonel zijn speech had beëindigd zei Jacqueline Schäfer, de ceremoniemeester: ‘Graag vraag ik uw aandacht voor Rikkie Gieler, 14 jaar. Hij is de achterkleinzoon van mijn vader René Schäfer, krijgsgevangene in Nagasaki tijdens de val van de tweede atoombom op 19 augustus 1945. Rikkie is dus ook mijn achterneef en draagt een gedicht voor uit mijn vaders boek (*): ‘Terug naar Fukuoka 14, krijgsgevangene van Nagasaki’.

Het nieuwe licht bracht honderdduizenden kruizen….
…. en vanuit de woestenij reikte het symbool naar de hemel.
Velen konden aan de brandstapel worden ontrukt….
….hoevelen met hem niet?

 Ga maar,  zei hij, ga maar.
Maar een gevoel van schuld
-omdat we gingen-
zijn we nooit kwijtgeraakt.

Nooit ook is het beeld vergeten
van de naderende vlammen
van hun beweeglijk licht
geworpen op de betonnen vloer
en op de man die daar lag
onder de ijzeren balk
die niet gelicht wilde worden
omdat ze de fabrieksoverkapping droeg.

Ga maar, zei hij, ga maar.
Maar een gevoel van schuld
-omdat we gingen-
zijn we nooit kwijtgeraakt.

Er volgde een nacht die nachten duurde…
….zo kort na de dag van Hiroshima.
Bevrijd te worden van de pijn….
hun bevrijding.

Uit de puinhopen waren wij
tevoorschijn gekropen
en gevlucht voor het vuur.

Naar de nog smeulende resten
waren wij teruggekeerd.

Het vuur dat zo lang
en zo hevig had gebrand
had toch niet alles verteerd.

Onder het geblakerde puin
lag stil de dood.

De stank kroop omhoog
en mengde zich
met pijn
en de zuchten
en de gebeden
van de overlevenden
tot een hand
die in machteloze wanhoop
uit de puinhopen omhoog rees.

Toen wij Nagasaki verlieten
lag het doodskleed
nog over
de Urakamivallei.

'Op een dag zal het heden het verleden zijn en de krijgsgevangene
een naamloze stakker die geschiedenis van de tweede wereldoorlog schreef
achter prikkeldraad’
noteerde een oudere krijgsgevangene in mijn dagboek.
Nu het kampverleden in mij naklinkt wil ik getuigen dat evenals de held,
ook de krijgsgevangene zijn rol niet heeft uitgekozen,
dat wij geen naamloze stakkers waren,
dat krijgsgevangenen namen hadden en
niet minder geleden en opgeofferd hebben dan de helden,
wier namen blijven voortleven.'


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Bob Schuitemaker vertelt over zijn jeugdjaren in Japanse kampen op Sumatra


Jacqueline Schäfer kondigde vervolgens de toespraak aan van haar oom Bob, de heer Bob Schuitemaker over zijn jeugd achter het prikkeldraad van de Japanse barakkenkampen op Sumatra. De heer Schuitemaker vertelde, terwijl het enorm regende, het volgende:

'Op een ochtend huilden de sirenes van Padang weer. Gewoontegetrouw holde de klas naar de open schuilplaats op het schoolplein. Met een wadjan op je hoofd en een stuk gummi tussen je tanden, wachten we de gebeurtenissen af. Japanse vliegtuigen vlogen over de Apenberg en we hoorden deze keer de doffe knallen van de bommen. Rookwolken stegen vanachter de Apenberg op. Emmahaven was gebombardeerd. Ik was toen net 11 jaar en was ongerust over het lot van mijn vader, die manager was van de olieopslag van de Shell in de haven. ’s Morgens 15 maart 1942, de verjaardag van mijn moeder, werden we gewekt door het geblaf van onze honden. Japanse soldaten marcheerden door onze straat. In een grote advertentie in de avondkrant van 6 april werden alle mensen met een Nederlandse naam opgeroepen om zich de volgende dag voor een week onder bescherming van het Japanse leger te laten stellen'.

'Op 7 april 1942 namen we vluchtig afscheid van mijn vader. Hij werd evenals de op het Plein van Rome verzamelde mannen en jongens vanaf 16 jaar naar de Padangse gevangenis, in de volksmond De Boei genoemd, afgemarcheerd. Mijn moeder, zusje en ik meldden ons bij het missiecomplex, bestaande uit een diversiteit aan scholen. Geen van ons had toen het idee dat deze logeerpartij 40 maanden zou duren. De eerste dagen werden er in overal vuurtjes gestookt voor het koken van de maaltijd. Maar al gauw kwam er een gaarkeuken, waar met corveedienst de avondmaaltijd voor het hele kamp werd gekookt. Ook werden door andere corveeërs de toiletten en badkamers schoongemaakt. De jeugd vanaf 10 jaar kreeg ook corvee zoals het stoken van de vuren in de gaarkeuken, het aanvegen van het terrein voor hun school. Maar de jeugd had ook veel vrije tijd voor spelletjes en kattenkwaad, want school gaan was er niet bij wegens het verbod van de Japanse kampcommandant'.

'Half 1943 werden de mannen uit de Boei overgebracht naar Bangkinang en gelegerd in een rubberfabriek. In september moesten de 2300 vrouwen en kinderen lopend naar de Boei, wat ons volgende kamp werd. Gelukkig duurde dit maar enkele maanden daar ons barakkenkamp in Bangkinang nog niet gereed was. 2300 personen in een gevangenis voor 600 gevangenen. Deze periode was een hel. Hier ontstond ook de zo gevreesde dysenterie. Medio december 1943 vertrok de eerste groep van 500 mensen per trein en open vrachtwagens naar Bangkinang. Een barakkenkamp midden in de bossen. Ieder kreeg een plaatsje van 60 cm breed en 2 meter lang. Er was 1 boom in het kamp verder was het zandgrond. Het grote voordeel was dat er dag en nacht stromend water was en er nu individueel gekookt mocht worden. In de vorige kampen had de jeugd nog veel tijd om te spelen. Maar hier in Bangkinang moesten ook wij aan het werk met hout halen in de bossen, deze boomstammen hakten we weer tot handzaam stookhout. Er kon ook in de 'tuin' worden gewerkt en ’s Nachts gingen we smokkelen. Natuurlijk zijn er ook nare dingen gebeurd, maar dat kwam in andere kampen ook voor. Ruim twee weken nadat de atoombom op Hiroshima was gevallen, werd het bestuur door de Japanse kampcommandant met een auto opgehaald'.

'Gissingen deden de ronde totdat ’s middags het Vrouwen- én Mannenbestuur ons kwamen vertellen dat Japan gecapituleerd had. Er viel een angstaanjagende stilte. Maar toen ik met de in allerijl vanonder de matras van Zuster Mol gehaalde Nederlandse driekleur het kamp rondrende . . . . .ja toen, toen pas besefte de toegestroomde menigte dat het echt waar was en klonk spontaan het Wilhelmus. We mochten naar buiten en ruilde met de inheemse bevolking een zakdoek tegen een kip. Er kwamen ook geallieerde vliegtuigen over, maar verder gebeurde er niets. Ja de mannen uit het Mannenkamp kwamen zich herenigen met vrouw en kinderen, maar dat was het dan, Wat nu!! Het kampbestuur liet met lakens het woord POW op één van de daken vormen en prompt een paar dagen later kwam een vliegtuig pakken kranten droppen en de dagen erna volgden de voedseldroppings aan oranje, rood, wit en blauwe parachutes. Vele jonge meisjes liepen een paar dagen later in een jurkje van parachute stof. Zo liep mijn zusje in een oranje jurkje. Achteraf hoorden we dat ons kamp bij de geallieerden niet bekend was. Weer een paar dagen later bezochten 7 parachutisten ons kamp om te verifiëren of wij wel ex-geïnterneerden waren. Ook kregen we bezoek van Lady Mount Batten met in haar gevolg een filmploeg. Wij behoorden tot de laatste groep die uit Bangkinang repatrieerde naar Padang, waar we uiteindelijk weer in een beschermingskamp terecht kwamen vanwege de opkomst van het extremisme in Padang. Op 31 december 1945 verlieten we Padang met de Sibajak om naar Nederland te varen, maar lagen de volgende dag op de reden van Batavia. Pas in mei 1947 zetten we voet aan wal in Nederland'.

Na deze ontroerende speech, staande en in stilte, waarbij alleen de regen te horen was, klonk het signaal taptoe,  waarna er gedurende twee minuten werd stilgestaan bij de Gevallenen en Slachtoffers uit Nederlands-Indië gedurende die oorlogsperiode. Aansluitend werd, begeleid door de fanfare, het 1ste en 6de couplet van het Wilhelmus gezongen door de aanwezigen. In tegenstelling tot de andere jaren volgde het uittreden van de landelijke Banierwacht met het Vaandel Bond van Wapenbroeders, waarna de kranslegging plaatsvond.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

De trompettist van de Regimentsfanfare blaast de taptoe


Kransen en bloemstukken werden achtereenvolgend gelegd door:
  • Gemeente Amstelveen - Burgemeester de heer Poppens samen met wethouder de heer van Ballegooijen
  • Provincie Noord-Holland - Commissaris van de Koning,de heer Van Dijk
  • Gemeente Amsterdam - loco-burgemeester mevrouw Kukenheim
  • Gemeente Aalsmeer - burgemeester de heer Oude Kotte
  • Gemeente Ouder-Amstel - burgemeester mevrouw Langenacker samen met wethouder de heer Boomgaars
  • Gemeente Diemen - burgemeester de heer Boog
  • Gemeente Uithoorn - loco-burgemeester de heer Bouma samen met wethouder mevrouw Zijlstra
  • Bond van Wapenbroeders - Luitenant Kolonel Saiboo samen met mevrouw Willemse
  • Stichting Amstelveen Oranje - De heer Kuyper samen met de heer Van der Kooij
  • Stichting Comité 4 en 5 mei - mevrouw Van Drongelen
  • Nabestaanden van de Gevallenen aan boord van de Junyo Maru - Mevrouw Overbeek Bloem samen met mevrouw Timmerman
  • Stichting Pelita - De heer Bouman samen met de heer Hendriksz
  • Loyaal Inheems Verzet - de familie Bert Simon
  • voor de burgerslachtoffers uit voormalig Ned. Nieuw- Guinea - Mevrouw Couwenberg en haar dochter
  • de Jembatan-groep - de heer Dumas legt samen met mevrouw Hensen Verbaten – Böck
  • Stichting Nusantara Amsterdam - Mevrouw Nuberg samen met de heer Pical
  • Stichting Belangenbehartiging Indische Naoorlogse Generatie - De heer Bominaar samen met mevrouw Van Osnabrugge
  • Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkampen - de heer / mevrouw Te Meij samen met de heer / mevrouw Steijn
  • Indische Molukse Ouderen Amsterdam (IMOA) - Mevrouw Van de Laar samen met mevrouw Akihary
  • namens mevrouw Lentze - mevrouw Van Gisbergen
  • Contact Oud en  Actief dienende Mariniers, afdeling Noord-Holland - De heer Boone samen met de heer Van der Meulen
  • Algemene Vereniging Oud-Personeel van de Koninklijke Marine Amsterdam (A.V.O.M.) - de heer Vandewalle  samen met de heer Van de Plas
  • The Royal British Legion - De heer Williams (poppykrans)
  • Stichting Dialoog Nederland - Japan – Indonesië - Mevrouw Tangena – Suzuki
  • het Bestuur van de Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië te Amstelveen - De heer Bouwens samen met de heer Dekker.

Ter afsluiting van de kranslegging zong de mezzosopraan Annelies van der Vlies het Indische Onze Vader, terwijl ondertussen Rikkie Gieler samen met zijn familie een vaas met 74 witte gerbera’s plaatsten bij het Indië monument 'als teken dat wij thans 74 jaar na de capitulatie van Japan, in vrijheid mogen leven. Deze vrijheid mogen wij koesteren en geven wij graag door aan toekomstige generaties' aldus de ceremoniemeester. Een zeer emotioneel moment, toen de gerbera’s werden geplaatst, mede vanwege het ondertussen prachtig gezongen Indische Onze Vader.

Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Zangeres mezzosopraan Annelies van der Vlies zingt het 'Indisch Onze Vader'


Onze Vader die in de hemel zijt,
geheiligd word? Uw naam.
Onze Vader die in de hemel zijt,
laat komen laat komen Uw rijk.
Uw wil, Uw wil geschiede,
op aard, als in de hemel.
Uw wil geschiede op aarde,
als in de hemel.
Geef ons heden ons daaglijks brood
en vergeef onze schulden,
gelijk ook wij vergeven
onze schuldenaren.
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Amen, Amen.


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Tjapko Poppens burgemeester en Marijn van Ballegooien (PvdA) wethouder Welzijn leggen de eerste krans bij het monument in de naam van de gemeente Amstelveen


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

Aan het einde van de herdenking staan de aanwezigen nog even stil bij het Indiëmonument


Foto Amstelveen
(Foto Amstelveenweb.com - 2019)

In het traditionele defilé lopen de mensen nog naar het monument en staan daar nog even stil in gedachten



De video is vrij lang. U kunt ook in de afspeellijn het balletje verschuiven naar een verder deel in het herdenkingsprogramma


Tot slot bedankte Jacqueline Schäfer alle mensen die aanwezig waren en ook diegenen die een bijdrage aan deze herdenking hebben geleverd. Ook vertelde zij over het informele deel bij het naastgelegen clubhuis van de Jeu de Boulesvereniging, waar men elkaar kon ontmoeten onder het genot van een hapje en drankje. Het was zoals altijd weer een mooie indrukwekkende herdenking, waarbij een ieder de regen voor lief nam.

(*) René Schäfer schreef hierover een boekje met de titel 'Terug naar Fukuoka 14'. Hij schrijft: “ik draag bij aan de publicaties van de Tweede Wereldoorlog. Niet om nog eens vast te stellen wie goed was en wie fout, wie vriend was en wie vijand, maar om af te rekenen met de vijandbeelden.”

Klik hier voor andere foto's in de categorie Gebeurtenissen