De uitvoering van 'Hulp bij het huishouden' onderzocht

De Rekenkamercommissie van de gemeente Amstelveen heeft onderzoek laten doen naar de uitvoering van Hulp bij het huishouden, onderdeel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Conclusies?

De uitvoering van het huidige Wmo-beleid en met name Hulp bij het huishouden gaat grotendeels goed, al zijn er wel enkele aandachtspunten. De gemeenteraad is slechts beperkt betrokken bij dit onderwerp en heeft onvoldoende handvatten om – indien nodig – een sturende rol te vervullen.

Waarom dit onderzoek?

De gemeente Amstelveen is sinds de invoering van de Wmo in 2007 verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning van zijn burgers, waaronder hulp bij het huishouden en de kortdurende huishoudelijke verzorging na een ziekenhuisopname. Dit jaar moet de gemeente een nieuw Wmo-beleid opstellen.

Een goed moment om te onderzoeken hoe het huidige Wmo-beleid wordt uitgevoerd. Die ervaringen kunnen worden meegenomen bij de ontwikkeling van het nieuwe beleid. Dat is belangrijk, omdat de uitvoering van de Wmo burgers direct raakt en omdat er grote financiële belangen en risico’s mee gemoeid zijn.

Uitvoering Hulp bij het huishouden

In het onderzoek stonden twee vragen centraal. De eerste vraag was, of de uitvoering van Hulp bij het huishouden in de Wmo op een doelmatige en doeltreffende wijze plaatsvindt. Worden de gestelde doelen bereikt en staan de daarvoor ingezette middelen in verhouding tot de resultaten die zijn behaald?

Overwegend doelmatig en doeltreffend

De conclusie is dat de uitvoering van Hulp bij het huishouden overwegend doelmatig en doeltreffend is. Er wordt grotendeels voldaan aan de uitgangspunten in het Wmo-beleid. Zo kunnen cliënten kiezen uit verschillende aanbieders en hebben zij de mogelijkheid om met een persoonsgebonden budget (pgb) zelf zorg in te kopen. Er zijn uitgebreide kwaliteitseisen gesteld aan de aanbieders van Hulp bij het huishouden en de minima worden ontzien in de heffing van de eigen bijdrage.

Bij de aanbesteding van Hulp bij het huishouden zijn de prijzen die de aanbieders hanteren een belangrijk criterium voor het al dan niet afsluiten van een contract. Ook de heffing van een eigen bijdrage en de controle op de pgb-budgetten dragen bij aan een efficiënte inzet van middelen.

Continuïteit van de dienstverlening

Er wordt niet expliciet gecontroleerd, of de aan de huishoudens toegezegde en door de gemeente betaalde huishoudelijke hulp ook echt wordt geleverd. Aangenomen wordt, dat cliënten dit zelf controleren en aan de bel trekken bij de aanbieder, of de gemeente wanneer dit niet het geval is. Een aandachtspunt is de continuïteit van de dienstverlening bij ziekte, of vakantie van de hulpverlener. Ook de communicatie over de (na)heffing van de eigen bijdrage kan beter en duidelijker.