Bijgewerkt: 28 november 2024

De verhoging van de minimumloon veroorzaakt bredere loonstijging

Nieuws -> Informatief

Bron: CPB/CBS
12-12-2020

Een verhoging van het minimumloon werkt ook door op het verdere loongebouw. Uit onderzoek naar minimumloonsverhogingen in het buitenland blijkt dat een verhoging van het minimumloon met 10% kan doorwerken naar lonen tot 30% boven het nieuwe minimumloon- meldt het Centraal Planbureau (CPB).

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft het Centraal Planbureau (CPB) verzocht om nader onderzoek te doen naar een verhoging van het minimumloon. Eerder dit jaar heeft het CPB een update van Kansrijk Arbeidsmarktbeleid gepubliceerd, waarin onder meer nieuwe schattingen zijn opgenomen voor de werkgelegenheidseffecten van veranderingen in het minimumloon. Het ministerie van SZW heeft verzocht om hierop een verdere verdieping uit te voeren, waarin nader ingegaan wordt op de werkgelegenheidseffecten en de bredere economische effecten van een minimumloonverhoging.

In Nederland verdienen ongeveer 441.000 werknemers het minimumloon.46 Dat is 5,5% van het totale aantal banen. In 138.000 gevallen betreft dit jongeren die het minimumjeugdloon verdienen en 303.000  werknemers die het minimumloon voor volwassenen verdienen. Nog aanzienlijk meer werknemers verdienen een loon dat net boven het minimumloon ligt. In totaal verdienen ongeveer 1,5 miljoen mensen (20% van alle werknemers) een loon van ten hoogste 125% van het minimumloon.

De kosten van een minimumloonsverhoging voor werkgevers zijn daarom hoger dan alleen de directe kosten: 40% van de totale loonkostenstijging wordt veroorzaakt door doorwerkingseffecten op hogere lonen. Naarmate de verhoging van het minimumloon groter wordt, neemt ook de doorwerking op het verdere loongebouw toe. In welke mate deze doorwerkingseffecten optreden, verschilt per sector. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Effecten verhogen minimumloon’ (pdf 40 pagina’s) van het Centraal Planbureau, dat op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is uitgevoerd en op 11 december 2020 is gepubliceerd.



De uitkeringen, zoals de AOW en de bijstand, zijn gekoppeld aan het minimumloon en stijgen in principe mee bij een verhoging. Een verhoging van het minimumloon met 10% kost de Nederlandse staat daarom 6,3 miljard euro. Uit dit nieuwe CPB-onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van deze extra uitgaven op termijn weer terugstroomt in de schatkist, als gevolg van hogere inkomensbelasting en Btw-inkomsten door hogere consumptie van mensen die hun loon of uitkering zien stijgen. Eerder dit jaar concludeerde het CPB dat een verhoging van het minimumloon met koppeling op de lange termijn leidt tot 0,5% verlies aan werkgelegenheid, omgerekend een daling van ongeveer 45.000 banen. Een stijging van het minimumloon zonder koppeling aan de uitkeringen, betekent een beslag op de overheidsfinanciën van 0,4 miljard euro en een afname van de werkgelegenheid met 0,1%. 

Ongeveer 440.000 mensen (5,5% van het aantal werkenden) verdienen in Nederland het minimumloon. Zij werken vooral in de horeca en detailhandel. In ongeveer 140.000 gevallen gaat het om jongeren die het jeugdminimumloon verdienen en in ongeveer 300.000 gevallen om volwassenen. Kleine deeltijdbanen en banen voor uitzend- en oproepkrachten worden vaker dan gemiddeld betaald op het minimumloon.

Onder voltijdbanen en reguliere banen voor werknemers met een vast contract komt werk op minimumloonniveau veel minder voor. Mensen met een migratieachtergrond verdienen vaker het minimumloon dan mensen met een Nederlandse achtergrond. Vooral onder eerste generatie migranten met een westerse migratieachtergrond is het aandeel werknemers dat het minimumloon verdient met 14% groot. Het betreft voornamelijk arbeidsmigranten uit Polen, Roemenië en Bulgarije. 

Hoogte minimumloon houdt doorgaans gelijke tred met cao-lonen. Het eerste wettelijk minimumloon werd vastgesteld in 1969 op 606,70 gulden per maand, oftewel 275,31 euro. Vanaf 1 januari 2019 geldt voor voltijders een minimum van 1.615,80 euro. Voor deeltijders geldt een minimumloon naar evenredigheid van hun arbeidsduur. In de meeste jaren geldt er een minimumloon voor de eerste en voor de tweede helft van het jaar. Doorgaans wordt het loon geïndexeerd op de ontwikkeling van de cao-lonen in het voorbije halfjaar. In de jaren 1980 werden de lonen lange tijd bevroren en werd ook ingegrepen in het minimumloon. In die periode werd ook de arbeidstijdverkorting doorgevoerd. Resultaat van dit alles was dat het bruto minimummaandloon geruime tijd vlak lag. De grondslag voor dit maandloon werd dus wel een kleiner aantal werkuren. Ook in de eerste helft van de jaren 1990 werd het minimumloon enkele jaren op hetzelfde niveau gehouden.



Amstelveenweb.com is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwsberichten.