Bijgewerkt: 1 december 2024

Lokaal meer wissels in gemeenteraad dan landelijk

Nieuws -> Gemeente

Bron: Amstelveens Nieuwsblad
05-01-2006

Uit de Amstelveense gemeenteraad zijn de afgelopen vier jaar meer raadsleden vertrokken dan dat er gemiddeld landelijk zijn opgestapt. Daarentegen vertrok er van de vier lokale wethouders niet één, terwijl landelijk 25 procent aftrad van de 1.600 dagelijks bestuurders.

Dat blijkt uit onderzoek van deze krant naar aanleiding van een publicatie van bureau Zenc naar de landelijke verhoudingen in opdracht van het tv-programma Nova.

Plaatselijk bedraagt het percentage raadsleden dat vertrok 17,1 procent, landelijk is dat 13,2 procent. Van de 35 Amstelveense raadsleden stapten er zes op. Eén raadslid overleed in de afgelopen periode. Deze maakt geen deel uit van het percentage van 17,1.
In de vijfkoppige PvdA-fractie hadden drie wisselingen plaats.

De dames M. Ritzema en M. Lürsen kregen andere banen die niet verenigbaar waren met het raadswerk en werden na ongeveer een jaar vervangen door de heren R. Pols en G. Drost. De heer F. Rooimans stierf afgelopen jaar en werd opgevolgd door de heer G. Dennenbroek. Bij Burgerbelangen Amstelveen (zes zetels) vertrok één raadslid.

De plaatselijke partij was de eerste die een lid zag vertrekken. Toenmalig fractievoorzitter N. van Boxtel stapte snel op na de collegeonderhandelingen, die hij als zeer frustrerend had ervaren, en werd vervangen door de heer S. de Leeuw. Ook bij het CDA (zes zetels) had één wisseling plaats. Toenmalig fractievoorzitter T. Johannisse besloot ongeveer halverwege de periode om gezondheidsredenen plaats te maken voor mevrouw C. Leegstra.

Bij de tien leden tellende VVD-fractie verdwenen in de eerste helft van de periode twee raadsleden. De dames M. Wijnschenk en W. Lijs-Spek (beiden om privé-omstandigheden) maakten plaats voor de heren Th. Van Emmerik en M. Rietdijk. De fracties van GroenLinks (vijf zetels) en D66 (drie zetels) zagen deze periode niemand vertrekken.

De enige wisseling in het Amstelveense college van B en W betrof het vertrek van oud-burgemeester M. Kamphuis, die vervroegd uittrad. Hij werd opgevolgd door de heer J. van Zanen. Omdat er echter (nog) geen sprake is van een gekozen burgemeester, heeft dat in dit verband slechts een ceremoniële relevantie.

Het dualisme moet interesse van de burger in de gemeentepolitiek vergroten en meer spanning brengen. Wethouders maken geen deel meer uit van de gemeenteraad en zijn dus niet meer de politiek leider. De steun van zijn eigen partij zou minder vanzelfsprekend moeten zijn.

In enige mate is daarvan in Amstelveen sprake geweest. De collegepartijen (CDA, PvdA, GroenLinks en D66) hebben zich onafhankelijker opgesteld ten opzichte van het dagelijks bestuur dan eerder colleges. Illustratief hiervoor is dat de meeste moties en amendementen door deze partijen zijn ingediend.

Veel spanning is echter veroorzaakt door het feit dat Amstelveen voor het eerst in bijna een halve eeuw een centrumlinks college kent, dat stoelt op een krappe meerderheid van negentien tegen zestien zetels. De twee grootste partijen, VVD en BBA, zitten in de oppositie. Tenslotte kwam de meeste onrust door de persoonswisselingen in de partij en, waarbij vooral het vertrek van oud-CDA-fractievoorzitter Johannisse zich deed gelden.

Een van de architecten van het centrumlinkse college maakte plaats voor fractievoorzitter B. Jonker, die veel meer de rechterflank van de christen-democraten vertegenwoordigt en dientengevolge dualer opereert dan wie dan ook. De helft van de oorspronkelijke fractievoorzitters ruimde sowieso het veld. Naast Jonker voor Johannisse volgde bij BBA mevrouw L. Roos Van Boxtel op om zelf weer te worden opgevolgd door de heer H. Pijnenborg.

Bij D66 nam mevrouw C. de Leur het fractievoorzitterschap over van mevrouw J. Parlevliet. De dames P. Kirch-Voors (VVD) en Y. Tan (PvdA) en de heer S. Mager (GroenLinks) zijn nog immer de politiek leider. Uit het onderzoek van bureau Zenc blijkt dat relatief veel VVD-wethouders de afgelopen jaren aftraden. De onderzoekers vermoeden de oorzaak in de inhaalslag die de VVD maakt op het gebied van burgemeestersbenoemingen. Daarnaast treden wethouders van de lokale politieke partijen, D66 en GroenLinks relatief vaak af.

Lokaal was er spanning rond de CDA-wethouder Th. Tiemessen die zou zijn opgestapt indien hij een motie van wantrouwen aan de broek zou hebben gekregen rond de SAO-kwestie in het Stadshart en de manier waarop hij de raad heeft geïnformeerd. Tiemessen moest als wethouder de raad op de hoogte houden van de Stadshart-ontwikkelingen maar was als commissaris van de SAO gehouden aan het prudent omgaan met gevoelige bedrijfsinformatie.

Omdat Tiemessen’s vertrek tot de val van het college zou hebben geleid, zijn partij zei geen geschikte opvolger te hebben, kozen de andere collegepartijen knarsetandend eieren voor hun geld. Als er een vergelijking wordt getrokken met de raadsperiode 1998-2002 dan doet zich plaatselijk iets opmerkelijks voor, terwijl het landelijke percentage aftredende raadsleden nauwelijks afwijkt ('98-'02: 12,6 procent, '02-'05: 13,2 procent).

In Amstelveen bedraagt het percentage tussen '98-'02 slechts 3,2 procent. Er hadden in die periode alleen bij de CDA-fractie wisselingen plaats. De heer P. Kroon kreeg een andere baan en werd vervangen door mevrouw R. Breij. De christen-democraat D. Groeneweg overleed en werd opgevolgd door de heer A. Prinsen. Ook Groeneweg zit niet in het berekende percentage.

De laatste keer dat er in Amstelveen een wethouder is afgetreden was in de tachtiger jaren toen de PvdA-bestuurder E. de Vrieze zich niet kon verenigen met de dadendrang van zijn VVD-collega J. Eger in de kwestie rond de komst van Canon. Eger vond dat De Vrieze onvoldoende daadkracht toonde en nam zelf het voortouw. De Vrieze voelde zich in zijn eer aangetast en trad af.

door Henk Godthelp






Amstelveenweb.com is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwsberichten.