RS (respiratoir syncytieel)-virus epidemie in Nederland

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) deelt wekelijks de laatste cijfers over het RS-virus. Deze cijfers laten zien hoe het virus zich over Nederland verspreidt. Je ziet de voorlopige cijfers van de afgelopen week (maandag tot en met zondag). De cijfers van de voorgaande weken worden wekelijks opnieuw berekend met eventueel nagekomen gegevens.

Laatste cijfers RS (respiratoir syncytieel)-virus: epidemie in Nederland. Sinds vorige week (49-2022) is er een RS-virus epidemie in Nederland. Het RIVM volgt de ontwikkeling van het RS-virus op de voet. Het aantal meldingen van laboratoria in Nederland is deze week vrijwel gelijk aan vorige week. Dat geldt ook voor het aantal ziekenhuisopnames dat te maken heeft met het RS-virus. Huisartsen in Nederland nemen bij een deel van hun patiënten met luchtwegklachten monsters af. Het aantal monsters waarin het RS-virus wordt gevonden, is veel lager dan de weken ervoor. Hieronder staan de actuele cijfers van de laboratoria en ziekenhuizen. De cijfers van de huisartsen vind je op de feiten en cijfers pagina van griep. 

Virologische weekstaten: laboratoria melden virussen. Iedere week melden 19 laboratoria in Nederland hoe vaak zij een bepaalde virusinfectie bij patiënten vaststelden. Dit noemen we de virologische weekstaten. Deze informatie geeft inzicht in de trend van een groot aantal virussen in Nederland, waaronder het RS-virus. Het RIVM en de Nederlandse Werkgroep voor Klinische Virologie werken samen aan deze monitoring.

Het RS (respiratoir syncytieel)-virus is het meest voorkomende verkoudheidsvirus bij kinderen. RS-virus is een afkorting voor respiratoir syncytieel virus. Bijna alle kinderen krijgen in het eerste levensjaar een infectie met dit virus. Het virus komt met name in de winter voor.

Wat is een RS (respiratoir syncytieel)-virusinfectie? Een RS-virusinfectie is een luchtweginfectie die wordt veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus. Het virus veroorzaakt vooral ernstige ziekte bij jonge baby’s die benauwd worden door een ontsteking van de kleine luchtwegen (bronchiolitis) of een longonsteking. Te vroeg geboren kinderen of kinderen met een aangeboren hartafwijking of het syndroom van Down, hebben een verhoogd risico op een ernstiger ziektebeloop. Sterfte door RS-virus bij kinderen komt in Nederland nauwelijks voor.

Bij ouderen met een zwakke gezondheid is RS-virus een vaak voorkomende oorzaak van luchtweginfecties. Dit veroorzaakt soms uitbraken in verzorgings- en verpleeghuizen. Er zijn twee typen van RS-virus: RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)-A en RSV-B. Deze typen kunnen gelijktijdig onder de bevolking voorkomen en veroorzaken precies dezelfde ziekte. Bepaalde langetermijneffecten, zoals piepende ademhaling en astma, kunnen het gevolg zijn van RS-virus.

Respiratoir syncytieel virus (RSV) behoort tot het geslacht Orthopneumovirus binnen de familie Pneumoviridae en orde Mononegavirales. Leden van dit geslacht zijn onder meer het menselijke RSV, het runder-RSV en het muizenpneumonievirus. Er zijn twee belangrijke antigene subtypes van menselijk RSV (A en B), grotendeels bepaald door antigene drift en duplicaties in RSV-G-sequenties, maar vergezeld van genoombrede sequentiedivergentie, ook binnen RSV-F.

Humaan RSV is een wereldwijd voorkomende oorzaak van infectie van de onderste luchtwegen in alle leeftijdsgroepen. Bij zuigelingen en jonge kinderen kan de eerste infectie ernstige bronchiolitis veroorzaken die soms fataal kan zijn. Bij oudere kinderen en volwassenen zonder comorbiditeit komen herhaalde infecties van de bovenste luchtwegen vaak voor, variërend van subklinische infectie tot symptomatische aandoeningen van de bovenste luchtwegen. Naast de pediatrische ziektelast wordt RSV steeds meer erkend als een belangrijke ziekteverwekker bij oudere volwassenen, waarbij infectie leidt tot een toename van het aantal ziekenhuisopnames onder 65-plussers en tot verhoogde sterftecijfers onder kwetsbare ouderen die naderen de tarieven gezien met griep. Het risico op ernstige ziekte bij volwassenen wordt verhoogd door de aanwezigheid van een onderliggende chronische longziekte, aandoeningen van de bloedsomloop en functionele beperkingen, en wordt in verband gebracht met een hogere virale belasting. RSV is ook een nosocomiale bedreiging voor zowel jonge baby's als immuungecompromitteerde en kwetsbare individuen. Er zijn hoge sterftecijfers waargenomen bij degenen die met RSV zijn geïnfecteerd na beenmerg- of longtransplantatie.