Wie controleert het internet?

Enkele grote spelers domineren een groot deel van de onlinewereld, maar het internet is gezonder als het door velen wordt beheerd. Het internet is van ons allemaal. Het wordt verdeeld over een gedecentraliseerd netwerk van computers dat geen enkele autoriteit kan bezitten. Echter, dat is de droom, de werkelijkheid is anders. – analyseert de Mozilla Foundation de situatie in augustus 2018.

De Mozilla Foundation is een non-profit organisatie die bestaat om het open-source Mozilla project te ondersteunen en gezamenlijk te leiden. De organisatie, opgericht in juli 2003, bepaalt het ontwikkelingsbeleid, beheert de belangrijkste infrastructuur en controleert de handelsmerken en auteursrechten van Mozilla. Het bezit een belastbare dochteronderneming: de Mozilla Corporation, die vele Mozilla-ontwikkelaars in dienst heeft en releases van de Mozilla Firefox webbrowser en Mozilla Thunderbird e-mailcliënt coördineert. De dochtermaatschappij is voor 100% in handen van de moederonderneming en volgt bijgevolg dezelfde principes zonder winstoogmerk. De Mozilla Stichting is opgericht door de aan Netscape gelieerde Mozilla Organisatie en is momenteel gevestigd in Silicon Valley stad Mountain View, Californië, Verenigde Staten.

De Mozilla Foundation omschrijft zichzelf als 'een non-profit organisatie die openheid, innovatie en participatie op het internet bevordert'. De Mozilla Foundation laat zich leiden door het Mozilla Manifesto, dat 10 principes opsomt die volgens Mozilla 'van cruciaal belang zijn om het internet het algemeen belang en commerciële aspecten van het leven te laten blijven dienen'.

(Bron Wikipedia - 2018)

Gedetailleerde informatie per land over internetcensuur en -toezicht, wordt verstrekt in de verslagen van Freedom House Freedom on the Net, het OpenNet-initiatief en door Reporters Without Borders

Buiten China wordt de wereldwijde ervaring van het internet gedomineerd door vijf bedrijven uit de Verenigde Staten: Microsoft, Apple, Amazon, Facebook en Alphabet (de moedermaatschappij van Google). Deze bedrijven hebben technologieën gebouwd die door miljarden van ons gebruikt en genoten worden. Maar hun consolidatie van macht, en bedrijfsmodellen die eisen om alles te weten over iedereen, zijn een bedreiging voor de gezondheid van het internet. Ernstige vragen over de vraag of het tijd is om uit te dagen of 'breken' met de grote tech bedrijven komen nu terug met meer urgentie. In 2017 kreeg Google een boete van maar liefst 2,8 miljard USD van de Europese Commissie na een proces van zeven jaar, vanwege haar overheersende functie met onvoldoende ruimte voor anderen.

De buitenproportionele invloed van een handvol social media bedrijven werd pas duidelijker, toen Facebook, Twitter en Google officieel werden opgeroepen om hun platformen door Rusland te laten gebruiken om misinformatie te verspreiden tijdens de presidentsverkiezingen in de VS vorig jaar.

In China zal de dominantie van de mobiele app-gigant WeChat nieuwe hoogten bereiken als kleinschalige tests voor de rekeningen van 900 miljoen dagelijkse gebruikers als nationale ID's succesvol worden geacht door de overheid. Telecombedrijven vormen een bedreiging voor decentralisatie, wanneer zij gesponsorde deals aanbieden over specifieke online-inhoud, zoals messaging of muziek, waardoor kleinere spelers worden benadeeld. Voor degenen onder ons die van mening zijn dat alle inhoud gelijk moet worden behandeld, is dit onaanvaardbaar. Er is een aantal gevechten om netneutraliteit gewonnen, maar de gevechten zijn nog lang niet gestreden.

Vandaag de dag is de lucht vol met deze vraag: Hoe kunnen we de macht weer in evenwicht brengen tussen de grootste internetbedrijven en de miljarden van ons die dagelijks van hun diensten gebruik maken? Hoe moeten we regeren in een wereld, waarin een handvol bedrijven meer welvaart heeft dan veel landen? Kunnen we meer controle over web-technologieën distribueren met behulp van peer-to-peer, blockchain en nieuwe organisatieprincipes voor sociale media? Er zijn geen eenvoudige antwoorden, maar we kunnen open en interoperabele diensten, meer ethische handelspraktijken en een markt eisen die gunstig is voor concurrentie, innovatie en een verscheidenheid aan diensten voor iedereen.

Mozilla en de National Science Foundation boden in juni 2017 een prijs van $ 2 miljoen aan voor grote ideeën die het web decentraliseren. Mozilla gelooft dat het internet een wereldwijde publieke hulpbron is die open en toegankelijk moet zijn voor iedereen. In de 21ste eeuw is een gebrek aan internettoegang veel meer dan een ongemak - het is een onthutsend nadeel. Zonder toegang missen individuen aanzienlijke economische en onderwijskansen, overheidsdiensten en het vermogen om te communiceren met vrienden, familie en leeftijdgenoten.